Infantriesabel, Nederland, 1782
sabel
Gevest gemaakt van messing met een rechte, taps toelopende achterpareerstang voorzien van een neerwaarts gebogen schijfknop. Aan de andere zijde van de kling gaat de taps toelopende voorpareerstang over in een D-vormige knokkelbeugel met een ronde doorsnede. De knokkelbeugel is met een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap. Op de voorpareerstang staat een inscriptie: No 3. Waarschijnlijk is dit een inventarisnummer.De handgreep is gemaakt van hout en is met touw voorzien van elf ribben. De handgreep is daarna omwikkeld met haaienleer en tussen de ribben is de handgreep omwikkeld met een combinatie van recht en getwijnd messingdraad. De handgreep is daarna bedekt met een gladde, brede greepkap van messing. Het uiteinde van de greepkap is bol en taps toelopend. Bovenop de greepkap is een cyllindrische angelknop aanwezig. Aan de onderzijde van de handgreep zijn de handgreep en de greepkap omwikkeld met een gladde, brede greepring van messing.
De kling is licht gebogen, eensnijdend en gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een asymmetrische punt. De laatste circa 10 cm van de klingrug kunnen geslepen worden, net zoals de voorste snijrand, maar dit is nooit gebeurd (arsenaal geslepen). De kling is versierd met decoratieve elementen en op beide zijden van de kling is een inscriptie aangebracht. Links is dit "Wijk 10" en rechts is dit "No = 99 / 1782". Dit zijn inventarisnummers en het jaartal. Dit betekend dat de sabel nummer 99 is uit wijk 10 uit een onbekende stad in 1782. De relatie met de inscriptie op de voorste pareerstang is onduidelijk. Mogelijk is de kling ooit voorzien van een nieuw gevest, of vica versa. De inscriptie op de kling wijst erop dat de sabel is gebruikt door de burgerwacht, aangezien veel steden/burgerwachten (nieuwe) infantriesabels begonnen aan te schaffen in de Patriottentijd. Als laatste is tussen de kling en het gevest een stootleder aanwezig.
De schede is gemaakt van leer en is versierd met banen parallel aan de randen. Aan de onderzijde van de schede is een gladde, brede schedepunt van messing aanwezig. De schedepunt is voorzien van een eindknop. Aan de bovenzijde van de schede is een gladde, brede schedemond van messing aanwezig. Aan de onderzijde van de schedemond is een uitsparing aanwezig waar een koppelhaak doorheen steekt. De koppelhaak is met de niet-methode bevestigd aan de schede en schedemond. De koppelhaak is versierd met aan de bovenzijde een dubbele horizontale groef en aan de onderzijde een gestylleerde eindknop.