Infantriesabel, 1750-1795
sabel
Gevest gemaakt van messing met een spits toelopende en iets naar beneden gebogen achterpareerstang voorzien van een eindknop. Aan de andere zijde van de kling gaat de spits toelopende voorpareerstang over in een D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel zit met een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap. Ter hoogte van de voor- en achterzijde van de kling ontspringen uit de pareerstag twee zijbeugels. Deze zijbeugels krullen naar de knokkelbeugel en staan ermee in verbinding op respectievelijk 1/3 en 2/3 van de knokkelbeugel. Op de achter- en voorpareerstang staan respectievelijk "V" en "112" provosorisch ingekrast.De handgreep is gemaakt van hout en omwikkeld met haaienleer. Tussen de ribben van de handgreep is een getwijnde messingdraad gewikkeld. De handgreep wordt bedekt met een doorlopende, bladde greepkap van messing, voorzien van een gestylleerde leeuwenkop. Boven op de greepkap is een geribbelde angelknop aanwezig. Onderaan de handgreep zijn handgreep en greepkap omwikkeld met een gladde, brede messing greepring.
De kling is licht gebogen, eensnijdend en gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een asymmetrische punt en de laatste 12 cm van de rug kan geslepen worden, maar dit is nooit gebeurd. De kling is waarschijnlijk oorspronkelijk langer geweest, maar is vervolgens ingekort.
De schede is gemaakt van leer en is voorzien van een uitstekende schedepunt van ijzer en een rechte leren trechterband met ophangriem. De schede hoort zeer waarschijnlijk niet origineel bij deze sabel, maar is er ooit bijgezocht.