Oefensabel, Nederlands, 19e eeuws
sabel
Gevest gemaakt van messing met een rechte, taps toelopende achterpareerstang. Aan de andere kling gaat de taps toelopende voorpareerstang over in een D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel heeft een smalle, ovale doorsnede en is met een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap. Ter hoogte van de klingrug en voorste snijrand ontspringen uit de pareerstang twee zijbeugels. Deze zijbeugels smelten samen met de knokkelbeugel op respectievelijk 2/3 en 1/3 van de knokkelbeugel.De handgreep is gemaakt van hout en is met touw voorzien van elf ribben. De handgreep is daarna omwikkeld met haaienleer, maar dit is later vervangen door normaal leer. Tussen de ribben is de handgreep omwikkeld met recht messingdraad. De handgreep is bedekt met een gladde, brede greepkap van messing. De bovenzijde van de greepkap is bol en taps toelopend naar de snuit. Bovenop de greepkap was oorspronkelijk een angelknop aanwezig, maar deze is niet meer aanwezig. Aan de onderzijde van de handgreep zijn de handgreep en de greepkap omwikkeld met een gladde, brede greepring van messing. De combinatie van handgreep en gevest dateert uit de periode 1784-1795, maar is sindsdien hergebruikt, zoals blijkt uit het ontbreken van een einddruppelknop aan de achterpareerstang, het ontbreken van een angelknop en het vervangen van het leer van de handgreep.
De kling is lichtgebogen, eensnijdend en is gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een afgeronde oefenpunt, en zowel het rugscherp als de voorste snijrand zijn slechts arsenaal geslepen. Op het sterk van de kling zijn restanten van versieringen zichtbaar in de vorm van wapentrofeeën en plantmotieven zichtbaar. De kling heeft een brede middengeul tot circa 80% van de klinglengte. De kling is geïdentificeerd als origineel behorend tot een 19e eeuwse wandelsabel. Het gevest is later aan de kling toegevoegd om hier een oefensabel van te maken.