Infantriesabel, Nederland, 1756-1807
sabel
Gevest gemaakt van messing met een rechte, taps toelopende achterpareerstang voorzien van een neerwaarts gebogen einddruppel. Aan de andere zijde van de kling gaat de taps toelopende voorpareerstang over in een rechte D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel heeft een ronde doorsnede en is met een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap.De handgreep is gemaakt van hout en is met touw voorzien van elf ribben. De handgreep is vervolgens omwikkeld met haaienleer en tussen de ribben is de handgreep omwikkeld met twee getwijnde stukken messingdraad op een messing band. De handgreep is bedekt met een gladde, brede greepkap van messing. Het uiteinde van de greepkap is bol en voorzien van een kleine, ovale angelknop. Vanuit de angelknop ontspringt een geëtste versiering over de greepkap in de vorm van twee in elkaar geplaatste driehoeken. Aan de onderzijde van de handgreep zijn de handgreep en de greepkap omwikkeld met een gladde, brede greepring van messing.
De kling is licht gebogen, eensnijdend en gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een asymmetrische punt en de laatste circa acht centimeter van de klingrug kan geslepen worden. De snijranden van de kling zijn arsenaal geslepen, maar de voorste snijrand vertoond meerdere bramen. Mogelijk is dit oefenschade, hoewel de grote braam op de scherp lijkt te zijn ontstaan door een zwakte in het metaal.
De schede is gemaakt van leer en is versierd met banen parallel aan de randen. De schede was ooit voorzien van een aparte schedepunt, maar deze is verdwenen. Aan de bovenzijde van de schede is een gladde, brede schedemond aanwezig van messing. Aan de onderzijde van de schedemond is een koppelhaak bevestigd. Deze koppelhaak is versierd met een dubbele groef aan de bovenzijde en aan de onderzijde een gestileerde eindknop.