Rapier, 1630-1650
rapier
Rapier met pareerstangen, bril en stootplaat zonder vuistbeugel.Gevest: gesmeed en van ijzer. Neerwaarts gebogen pareerstangen met bolvormige eindknop. Ertussen is rondom het ricasso aan de voor- en achterzijde een D-vormige pareerbeugel gemonteerd (zgn. bril of ezelshoef). Kleine spitse pareerharten en aan de buitenzijde een kleine stootplaat in de vorm van een schelp. Gegoten en gefacetteerde peervormige gevestknop met een kleinere vlakke knop met de klingangel. Greep omwonden met koperen ketting, enkel en getwijnd koperdraad.
Norman hilttype 10 , laatste variant (1630-1650)
Norman pommeltype 19 (1625-1650)
Kling: van ijzer, recht met graat en tweesnijdend tot en met de symmetrische punt.
Wapenhistorische afmetingen: grootste lengte/grootste lengte kling/grootste breedte kling/buigingspijl: 1020/870/21/0.