Rapier met komgevest, 1650-1675
rapier
Rapier met komgevest, 1650-1675Totale lengte: 1169 mm, klinglengte: 1016 mm, klingbreedte: 17 mm
Gevest van ronde, ijzeren, dunne beugels. Zeer lange, rechte pareerstang met uiteinden in de vorm van twee kralen. Vuistbeugel met bovenuiteinde en suite met de pareerstangarmen.
Driehoekig pareerblok met centrale graat. Bolle stootplaat in de vorm van een bloemkelk met tien bladeren die boven tezamen een gelobte rand vormen. Iedere, naar boven gerichte, bladvormige beugel omvat een plaatje dat over het gehele oppervlak voorzien is ronde doorboringen. Bij de kruising van de vuistbeugel en pareerstang is een reparatie aanwezig. Ook zijn enkele plaatjes in de kom later vervangen of door ander persoon gemaakt.
Vgl: Norman & Barne (1980), Hilt 101 (1650-1675).
Greep is rechthoekig met afgeronde hoeken van doorsnede. De wikkeling bestaat uit een dikke, daardoor verhoogde getorste ijzerdraad afgewisseld door een dieper liggend stel kepervormig getorste koperdraden.
Knop in de vorm van een tol, rond in bovenaanzicht en met een horizontale ribbel rondom als basis. Hoge, bekervormige knophals. Hoge paddestoelvormige angelknop op een uitstulpende steel.
Vgl: Norman & Barne (1980), pommel ONBEKEND.
Kling, ruitvormig van doorsnede, met een diepe centrale geul tot ongeveer een vijfde van de kling gemeten vanaf het gevest. Kling inscriptie: T O M A S O [rijksappel] A I A L A [rijksappel]. Aangezien Tomas Aiala actief was rond het einde van de 16e eeuw, is het onwaarschijnlijk dat dit blad door hem is gemaakt.