Paar dijplaten, behorende bij een halfharnas, gezwart met blanke banen, 1550-1600
dijplaat
Wapenrusting van een gardesoldaat uit de tweede helft van de zestiende eeuw samengesteld voor het boek bij de tentoonstelling:'Willem".Objectnummers: halfharnas 050234-1 t/m -4, hellebaard 014823, rapier 014166.
De wapenrusting van een gardesoldaat uit de tweede helft van de zestiende eeuw kon bestaan uit een halfharnas, een Bourgondische stormhoed, een hellebaard en een rapier. Europese vorsten omringden zich gedurende de zestiende eeuw met een kleine en vertrouwde groep soldaten: de lijfgarde. Deze lijfwacht droeg een wapenrusting die vergelijkbaar was met de soldaat te velde. De garde had tot taak de vorst te beschermen en beveiligde diens residentie. Ze vergezelde hem ook tijdens reizen en veldslagen. De Duitse keurvorst van Saksen had in 1548 een lijfwacht van circa 30 personen. Gardesoldaten werden vaak voorzien van een zeer fraaie wapenrustingen. Sommige vorsten lieten zelfs op de helmen en hellebaarden hun heraldische wapens afbeelden, terwijl de kledij in de kleuren van de vorst werd uitgevoerd.