Sabel met schede, lichte cavalerie, Model 1813, type 1, officieren
sabel
Gevest: van ijzer met neerwaarts gebogen schijfvormige eindknop aan de achterste pareerstang, de voorzijde doorlopend in een vuistbeugel. Aan weerszijden draagt de pareerstang ter hoogte van de klinghiel neerwaarts gerichte schildvormige pareerharten. Vuistbeugel is onderaan haaks gebogen en welft halverwege voorwaarts, de top bevestigd onder de neus van de greepkap ('stijgbeugelgevest'). Bovenop de beugel is een smalle rechthoekige opening tbv handlis aangebracht (ontbreekt). Greepkap is doorlopend, glad, bolle bovenzijde en klingangel. Gladde gebolde greepring. Greep is van hout met haaienhuid bekleed; tussen elf ribben zijn normaliter strengen metaaldraad gewonden, deze ontbreken.Kling: éénsnijdend, gebogen en van ijzer. Florale motieven en trofeeën zijn tot het midden van de gehele kling geëtst. Brede geul tot ca. 17 cm van de snavelpunt. Halverwege zijn op het scherp drie grote bramen aanwezig.
Schede: gebogen, fors, en van ijzer met twee aan de achterzijde ingenomen draagbanden en beweeglijke ringen. Trechter zonder schroeven, asymmetrische sleepplaat met accoladevormige welvingen.
Schede en wapen passen niet bij elkaar: breedte van schede is gedisproportioneerd t.o.v. de kling, schede knelt tussen de pareerharten. Greepbekleding is sleets. Schede is manschappenmodel.
Betreft een officiersexemplaar. Dergelijke exemplaren zijn te herkennen aan de smallere, kleinere kling in combinatie met een rijker versierde handgreep en het ontbreken van nummering op het gevest. Deze officierssabels werden niet alleen gebruikt bij de cavalerie, maar ook door officieren van de infanterie en de artillerie.
Dit type Nederlandse sabel is identiek aan de Pruisische model 1811 en het Engelse model 1796.