De afdanking van de waardgelders door Prins Maurits op het Neude te Utrecht op 31 juli 1618
schilderij
Te zien in het museum:M.06.01.35P.01.02
In 1617--1618 kreegt het nog jonge Staatse leger 'concurrentie' van huurtroepen (waardgelders). Deze gehoorzaamden niet aan de Staat maar aan lokale stadsbesturen. Het toestaan van huurtroepen was een gevolg van het godsdienstconflict tussen remonstranten en contraremonstranten in 1617-1618 Stadhouder Maurits beschouwde de huurtroepen als ondermijning van zijn gezag en een bedreiging van de eenheid van de nieuwe, onafhankelijk Republiek. De overwegend contraremonstrantse Staten-Generaal stuurde de prins met succes naar Utrecht, waar de nationale synode werd gehouden, om haar gezag te doen gelden. Zonder slag of stoot werden de waardgelders afgedankt en het stadsbestuur, die de zijde van de remonstrantse landsadvocaat Oldenbarnevelt had gekozen, afgezet en vervangen. Kort daarop bogen ook de Staten van Holland hun hoofd. Een jaar later volgde Oldenbarneveldts arrestatie, berechting en onthoofding.Deze belangrijke militair-historische gebeurtenis is door de schilders J.C. Droogsloot en P. van Hillegaert diverse malen geschilderd. De scène toont links het afleggen van de wapens door de waardgelders; rechts staan de musketiers en piekeniers in het gelid. Op de voorgrond wordt het gebeuren gadegeslagen door offcieren. In het groepje met de hellebaardiers zijn prins Maurits (links) en Frederik Hendrik Frederik (met gepluimde hoed) te herkennen.