Hoge zwarte sjako Model 1810 met rode pluim en het geelmetalen embleem voor troepen te voet van 124ste Regiment Infanterie van Linie voor het Franse leger ten tijde van Napoleon
sjako
Te zien in het museum:M.04.01.27Q.02.06
Een zeldzame napoleontische officierssjakoHet Franse 124e Regiment Infanterie van linie tijdens het Eerste Keizerrijk bestond
grotendeels uit Nederlanders en werd daarom een Hollands regiment genoemd. Er
bestonden meer van dergelijke korpsen, zoals de infanterieregimenten met de nummers
123, 125 en 126. Deze ontstonden na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij
het Franse keizerrijk, waardoor het Koninklijke Hollandse leger werd opgenomen in
Napoleons Grande Armée.
Net als bij vergelijkbare sjako’s voor subalterne officieren van de infanterie van linie
(model 1810) in buitenlandse collecties, heeft deze sjako, met een sjakoplaat van het
124e Regiment Infanterie van linie, twee gaatjes aan de binnenzijde, waar eerder een
ruitvormig embleem (model 1806) bevestigd is geweest. In 1812 werd het ruitvormige
embleem vervangen door het embleem met de adelaar. In de loop van dat jaar
was het regiment al vertrokken uit zijn depot te Abbéville in verband met de veldtocht
naar Rusland. In 1813 kwamen de restanten van het regiment terug.
Deze sjako is van zo’n goede kwaliteit dat het vermoeden bestaat dat deze misschien
in het depot is achtergebleven. Er was ook een groot aantal Franse officieren
ingedeeld of gedetacheerd bij het regiment. Deze sjako kan sindsdien bij een Franse
familie in bezit zijn gebleven.
A rare Napoleonic officer’s shako
Shako of an officer of the French 124th Infantry Regiment of the Line of the Imperial
Army, which consisted mainly of Dutch soldiers in French service. The 1810 shako
model has the shako plate eagle introduced in 1812. Having left the depot of Abbéville,
the regiment went on its way to the campaign to Russia. The last two of the three
other regiments in which Dutch soldiers served in the Imperial French army, the 123,
125 and 126, did not return from Russia in 1813.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 160-161)