Uitklappen

Portret van een onbekende 19e-eeuwse infanterist van het Nederlands Indisch Leger

portret

De soldaat draagt het tenue van een fuselier (infanterist) uit het Nederlands Indisch Leger, zoals rond 1875 was voorgescheven. Op zijn linkerborst draagt hij, van links naar rechts, de MWO, het Kruis voor Bijzondere Krijgsverrichtingen, de Atjehmedaille (1873-1874) en het Officierskruis (voor langdurige trouwe dienst). De voorstelling is waarschijnlijk fictief. De vervaardiger, de luitenant-kolonel b.d. P.A.H.J. van Aarsen, was amateurschilder en van 1952 tot 1961 als conservator werkzaam voor het Legermuseum. Hij schilderde de unifromvoorstelling voor de herdenkingstentoonstelling over de Franse dichter Arthur Rimbaud (1854-1891), die kortstondig fuselier in Nederlandse koloniale dienst was geweest. Na enige tijd in Europa te hebben rondgezworven had Rimbaud zich in 1876 in Harderwijk bij het NIL aangemeld en vertrok naar Java. Na aankomst, op 23 juli, in Batavia (het huidige Jakarta) deserteerde hij al op 15 augustus en verliet de Nederlandse kolonie op 30 augustus 1876. Er bestaat een soortgelijk fotoportret van Rimbaud, staande bij hoog gewas, daterend uit 1883. Hij houdt daarop zijn armen gekruist en draagt een wit pak. De lokatie is Harar in Ethiopië. Mogelijk dat Van Aarsen dit (bekende) portret als voorbeeld heeft genomen. Van Aarsen was oud-KNIL-officier. Hij voerde het commando over een KNIL-eenheid die in maart 1942 tegen de Japanse invasie op Noord-Sumatra vocht.