Rapier met ingekorte kling, bodemvondst
rapier
Rapier, 1575-1625Totale lengte 936 mm / lengte kling 779 mm / breedte kling 25 mm
Frontaal asymmetrisch gevest van ijzeren beugels die meerkantig van doorsnede zijn. Van de pareerstang zijn de armen verdwenen. Van de achterste pareerstang rest een stomp, de voorste pareerstang is in de wortel agebroken. Het pareerblok is rechthoekig en eindigt onderaan in een puntje. Vuistbeugel waarvan het bovenuiteinde iets breder wordt en afgerond is. Uit de pareerstang ontspringt een vuistbeugel, een pareerring en twee pareerbeugels. De uiteinden van de laatste zijn verbonden door een klingbeugel die met de pareerring parallel loopt.
Vgl: Norman & Barne (1980), Hilt 46, about 1525 till 1640
Vergelijk Nova Zembla en Jan van Duvenvoorde.
Gevest draagzijde: De beugels op de draagzijde zijn dunner en waarschijnlijk veelkantig geweest. Zijbeugel die ontspringt op het midden van de vuistbeugel met drie vertakkingen waarvan de voorste zich vastzet op het onderuiteinde van de voorste pareerbeugel. De achterste twee vertakkingen eindigen op de achterpareerbeugel, de achterste als lusbeugel met een ruime bocht. De middelste van de drie vertakkingen mist een stuk door destructieve corosie.
Vgl: Norman & Barne (1980), inner guard 30. Vergelijk Nova Zembla en Jan van Duvenvoorde.
Knop is zuiver cirkelvormig in bovenaanzicht en heeft in zijaanzicht een eivorm met een lang puntig bovenuiteinde. De angelknop is bekervormig en heeft een klein randje aan de basis. De knophals bestaat uit een dubbel kraag.
Vgl: Norman & Barne (1980), pommel 20, middle of the 16th century, and middle of the 17th century
Kling van zeskantige doorsnede en met een centrale geul gemarkeerd door een rondomlopende groef. De punt is lancetvormig geveild. Het ricasso loopt naar beneden taps toe, is rechthoekig van doorsneden met enigszins uitgeholde vlakken op buiten- en draagzijde.
Inscripties in de geul: draagzijde: * ruitje O ruitje […] ruitje […] ruitje N ruitje S [?] ruitje […] ruitje […] O/N [?] Buitenzijde: * ruitje O ruitje […] […] E/F [?] ruitje N (?) ruitje […] ruitje I E/S [?] […] E […]. Onder de geul op het middenvlak op beide zijden een Grieks kruis.
Greep: afwezig.
Opmerking: bodemvondst. Tamelijk zwaar aangetast. Gevest en kling sterk aangeverten en mist vermoedelijk tenminste 22 cm van de punt. Oppervlakte van de knop met roestputjes rondom. De knop en gevestbeugels zitten los. Bovendien electrochemisch gereinigd.