Brisantgranaatraket 28 centimeter in lanceerkist Duits model 28 cm Wurfkorper Spreng mit schwerer Wurfrahmen 40
brisantgranaatraket
28 cm Wurfkörper Spreng1In 1934 werd bij de Duitse Wehrmacht de ‘Nebeltruppe’ ingesteld. Het woord ‘Nebel’
staat voor: ‘rook, mist, nevel’ en heeft niets te maken met de ingenieur Rudolf Nebel,
één van de eerste Duitse raketdeskundigen. Integendeel, het was een eufemisme voor
gifgas, het gebruik waarvan de Duitse legerleiding voorbereidde. Er werden diverse
kalibers en projectielsoorten ontwikkeld, die geschikt waren voor een chemische
lading en dit ‘28 cm Wurfkörper Spreng’ is er een van. Toen bleek dat geen van de
oorlogvoerende landen het waagde gifgas te gaan gebruiken, werden de meeste
projectielen gevuld met een rookgevende stof, teneinde een rookgordijn te kunnen
leggen. Omdat de behoefte daaraan maar beperkt was, kwam de gedachte op om ook
brisante, explosieve ladingen te gaan gebruiken bij de ‘Nebeltruppe’.
Dit 28 centimeter projectiel was in feite een raket. Het onderste, dunnere, deel bevatte
een drijflading van rookzwak kruit en was aan de onderzijde afgesloten met een venturiplaat.
Daarin waren radiaal 25 schuinstaande gaten geboord, die de uitstromende
verbrandingsgassen zo geleidden, dat het projectiel tijdens de vlucht een stabiliserende
rotatie verkreeg. Deze ‘raketmotor’ was gelijk aan die van de ‘15 centimeter
Wurfgranate 41’, waardoor geen afzonderlijk ontwerp nodig was. De drijflading werd
elektrisch ontstoken. Het bovenste deel van het projectiel bevatte circa 50 kilo springstof,
meest trinitrotoluol (TNT), die bij inslag tot explosie werd gebracht door een gevoelige
schokbuis (Wurgranatzünder 50), voorzien van een uitschakelbare vertraging.
Bijzonder was, dat het verpakkingskrat gebruikt kon worden als lanceerkoker, waardoor
in feite geen wapen nodig was om de raket naar zijn doel te sturen. Hoewel het
krat zelf vrijstaand kon worden gebruikt, waren er ook lanceersteunen in gebruik,
waarop 4 kratten konden worden gelegd en gezamenlijk gericht. Daarnaast bestond
de mogelijkheid om een zestal kratten vanaf de zijkant van een halfrupsvoertuig (Sd
Kfz 251) af te vuren, waardoor een snelle positiewisseling mogelijk werd. Door de zeer
zichtbare rook- en stofwolk bij het afvuren was het namelijk raadzaam de afvuurplaats
snel te ontruimen, voordat deze door vijandelijke artillerie onder vuur kon
worden genomen. Deze brisante 28 centimeter projectielen
hadden een dracht van 750 tot 1925 meter en waren zeer onnauwkeurig.
Voor het bestrijden van oppervlaktedoelen was dat geen bezwaar, en deze munitie
voldeed voor het vernietigen vanhele huizenblokken uitstekend.
Het intensieve gebruik ervan bij het neerslaan van de Poolse opstand in Warschau getuigt
daarvan. Het museumexemplaar is omstreeks 1959 overgenomen van de
Studieverzameling Militair Materieel (Stumima) van de Koninklijke Landmacht.
A ‘28 cm Wurfkörper Spreng’
In 1934, the German Wehrmacht prepared for the use of poison gas and established the ‘Nebeltruppen’.
The word ‘Nebel’, meaning fog, was a euphemism or poison gas. Several projectiles, intended
for chemical charges, could also be used to lay smokescreens. Because no countries dared use
poison gas during the Second World War, the ‘Nebeltruppen’ were also equipped with highexplosive
projectiles such as this one.The ‘28 cm Wurfkörper Spreng’ was actually a rocket.
The smaller part was the rocket motor of the 15 cm Wurfgranate 41 and was filled with smokeless
powder. Its bottom plate was drilled with 22 slanting holes, which caused a stabilising rotation
of the projectile. The larger part was filled with 50 kilos of TNT and had a point detonating fuse.
The crate used for shipping the projectile was also intended as a launcher. It could be used on its
own but also on a special launcher for four crates. A more mobile solution was mounting six crates
on a halftrack from which they could be fired. The rockets had a range of 750 to 1,925 metres and
were not very accurate. They were used extensively in the Warsaw Uprising of 1944, demolishing complete
blocks of houses. This particular projectile was acquired from ‘Stumina’, a Dutch military study
collection of military ordnance.
1 Zie: K.R. Pawlas, ‘28/32 cm Nebelwerfer 41’,
in: Waffen Revue 10 (Schwäbisch Hall 1973) 1621-1642
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 128-129)