Kusthouwitser van 11 duim (30 cm), stelsel Villantroys op rolpaard
kanon
Het enorme kanonEen van de meest indrukwekkende stukken geschut die het Legermuseum bezit is in
1812 in de Franse keizerlijke geschutsgieterij te Luik gegoten. Het betreft een kanon
met een kaliber van 30 cm (30 duims) dat bestemd was om als kustgeschut explosieve
granaten (‘bommen’) te verschieten. Het was een van de zwaarste kanonnen van het
Franse keizerrijk. De bedoeling van dergelijke zware kanonnen was om oorlogsschepen
te vernietigen, iets dat gemakkelijker gaat met een explosieve lading dan met een
conventionele massieve ronde kogel.
Bij dit kanon hoort een beproevingsverslag uit 1826 dat niet, zoals gebruikelijk, op
papier is gezet maar gegraveerd staat op een geelkoperen ovale plaat. Het vermeldt
dat in de zomer van 1826 er niet minder dan 81 schoten mee zijn afgevuurd. Hoe
het kanon op het strand van Scheveningen is gekomen, staat niet genoteerd, maar
dit moet een hels karwei zijn geweest gezien het gewicht van 13.000 kilo. Het kanon
werd op een stevige houten bedding geplaatst en moest bediend worden door in
totaal tien kanonniers. De granaten, die op een klos waren gemonteerd, werden
met een draagberrie naar de loop gebracht waarna ze werden geladen. Het afvuren
geschiedde met een lont ‘lang genoeg om aan den ontsteker tijd te geven om zich te
verwijderen’. De explosies moeten een enorme herrie hebben gemaakt. De inwoners
van Scheveningen zullen hier echter redelijk aan gewend zijn geweest, aangezien het
nabijgelegen strand de vaste locatie van de artillerie was waar geschut werd beproefd
en afgevuurd.
De eerste dertig schoten vormden de inleidende beschieting: er werd bekeken hoe
zwaar de kruitlading diende te zijn, en waar de schietschijf moest worden geplaatst.
Bij het eerste en vierde schot gingen de bommen verloren: ze verdwenen in de zee.
Bij de volgende drieëndertig schoten werd een schijf gebruikt van 8 el hoog en 32
el breed (circa 5,5 x 22 meter) bij de volgende schoten was de schijf vergroot en was
ze 48 el breed (ruim 33 meter). De afstand van het kanon tot aan de schijf varieerde
tussen 360 el (250 meter) en 1580 el (1096 meter). Elke bom woog ca. 87 pond en het
laden van het kanon vergde gemiddeld 7 minuten.
De eindconclusie van de beproevingscommissie luidde: ‘uitkomst dezer schoten levert
het bewijs op, dat men met dezen vuurmond juister schoten en op grootere afstanden
kan verkrijgen dan met het gewone geschut, doch de groote inspanning en de
buitengewone groote onkosten om dien ter bestemde plaats aan te grengen maken
het onraadzaam denzelven als kanon te gebruiken.’
Vermoedelijk is het kanon vervolgens als curiositeit opgeslagen in het artilleriemagazijn
te Delft, waar meerdere opmerkelijke stukken stonden en is het nog voor de
oorlog in het bezit is gekomen van het Legermuseum.
The huge cannon
This 30 ‘pouces’ grenade gun was made in Liège in 1812 and intended for the
coastal artillery. A Dutch trial report on this gun dating from the summer of
1826 still survives. It says that it took 10 gunners and a considerable amount of
effort to fire. The final conclusion of the trial committee was that the gun had
a longer range and was more accurate than the standard issue cannons, but
that the effort and expense of placing and using it made it inefficient for
military use.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 122-123)