Schietpen met greepveiligheid, beproefd bij de KNIL, kaliber 9 x 20 R (.38 S&W) met bijbehorende patroon.
schietpen
Een dodelijke penPistolen in de vorm van een vulpen of een potlood. We kennen ze allemaal uit de films
van James Bond. Ook worden ze met enige regelmaat door de politie aangetroffen in
het illegale circuit. Wat weinig mensen weten, is dat dergelijke, ogenschijnlijk bizarre
en onpraktische, wapens ook door de (Nederlandse) overheid zijn ontwikkeld. Een
goed voorbeeld hiervan is het vulpenpistool van het Koninklijk Nederlands-Indisch
Leger (KNIL), ontwikkeld in 1948. Het was een roerige tijd en kennelijk was er behoefte
aan een geheim wapen ter zelfverdediging onder benarde omstandigheden. En die
waren er in het na-oorlogse Nederlands-Indië. Het gevaar kon zomaar uit elke hoek
opduiken. Het heimelijk meedragen van een wapen kon dus wel eens van groot nut
blijken te zijn in de praktijk. Op wat beproevingsrapporten na, is er weinig bekend
over het wapen. Zo weten we niet of het bijvoorbeeld bedoeld was voor militairen
met een bureaufunctie of dat het ter verdediging was van geheimagenten.
Voor zover bekend is er één exemplaar van het ‘KNIL vulpenpistool’ vervaardigd en
onderzocht. Opmerkelijk is het zware kaliber van het pistool: .38 Smith & Wesson (9
mm). Nadat het pistool in Nederlands-Indië door de Commissie van Proefneming was
ontwikkeld en getest werd het naar Nederland gezonden ter onderzoeking door de
Leger Technische Dienst en de Commissie voor Proefnemingen. De resultaten waren
niet al te positief. Zo was de terugslag enorm (12 x zo groot als bij een revolver) en de
hantering van het wapen liet te wensen over. Door de korte loop kwamen de meeste
kogels als ‘dwarsliggers’ in de schietschijf terecht en kon er nauwelijks mee gericht
worden. Het effectieve bereik was echter goed: dit werd vastgesteld op zo’n 40 tot 50
meter. Ruim voldoende ter zelfverdediging. In de praktijk zou het wapen waarschijnlijk
niet goed werken. De kracht van de zware patroon zou de hand van de schutter
ernstig beschadigen. Op basis van de resultaten werd besloten om het pistool, waarvoor
men ook had bedacht om er bedwelmend gas mee af te vuren, niet in te voeren.
Gelukkig is dit ene proefexemplaar bewaard gebleven en te bewonderen als getuige
van een merkwaardige wapentechnische ontwikkeling in de Nederlandse militaire
geschiedenis.
A deadly pen
In 1948, the Dutch colonial army developed a large-calibre, .38 Smith & Wesson fountain
pen pistol. With the exception of a few trial reports, nothing is known about its
background. Was it developed for secret agents or for the protection of officers? The
outcome of the trials in The Netherlands was not very favourable: it appeared that the
recoil was enormous and aiming was almost impossible. At about 40 to 50 metres, the
effective range was good and more than enough for self-defence purposes, therefore.
On the basis of the results, it was decided not to introduce the weapon, so this particular
pistol was probably the only example ever made for the Dutch colonial army.
Literatuur
- Willemsen, M., ‘Het KNIL vulpenpistool’, in: SAM 116 (2002) 56-59
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 80-81)