M3A1 Halfrups personeel
gevechtsvoertuig
Te zien in het museum:M17.00.13D.03
De halftrack M3A1 is een roemrucht voertuig dat zijn sporen heeft verdiend in de Tweede Wereldoorlog. Het museumexemplaar is van het type M3A1, de infanterie of personeelscarrier van het Amerikaanse merk White. De KL aanduiding luidde : ‘auto, personeel, M3A1, ¾ ton, halfrups, gepantserd, zonder lier’. Ondanks de grote populariteit van het voertuig, alleen al White bouwde er meer dan 50.000, verdween het voertuig na de oorlog plotseling uit de belangstelling. Wat er was werd opgebruikt en omdat ze goed waren konden ze nog lang mee, maar nieuwe ontwikkelingen waren er niet meer. Half rups half wiel geeft een voertuig een grote terreinwaardigheid, maar is minder gecompliceerd, onderhoudsgevoelig en duur in gebruik dan een volrupssysteem. De aandrijving vindt plaats op zowel de voorwielen als de rupsbanden en de besturing geschiedt met de voorwielen. De ontwikkeling ervan begon in Frankrijk in de jaren ’20 door een autofabrikant die vaker opviel door inventiviteit: Citroën, in samenwerking met een Franse ingenieur, Alexander Kégresse. De halftrack kan beschouwd worden als een fase tussen het niet en het volledig gemechaniseerde verplaatsen van eenheden. Tijdens de Koude Oorlog verdween de infanterie definitief onder pantser, denk aan de M113 en de AMX. De KL heeft 242 halftracks gebruikt na de oorlog, net als de rest van het toen zeer diverse voertuigpark waren ze afkomstig uit geallieerde voorraad. Ze zijn tot 1964 gebruikt. Ze werden onder andere ingezet bij de verkenningseenheden van de cavalerie, maar ook als M16 bij de luchtdoelartillerie, dan uitgerust met een vierling .50 luchtdoelmitrailleur.De M3A1 was bij de cavalerie een populair voertuig. Een citaat van oud cavalerist J. van Asperen: ‘Wat was die halftrack toch een heerlijk ding [...] De tirailleurgroep die het ding als basis had was er niet uit te branden, immers, ze waren huzaren en dus bereden troepen en die liepen niet [...] De ‘haftrek’ kon beladen worden als de Amsterdamse tram : hij raakte nooit vol. Er kon altijd nog wat meegenomen worden en de infanterie halftracks zagen er dan ook vaak uit als zigeunerwoonwagens. Aan alle kanten waren zij volgepakt met camouflagenetten, plunjezakken, munitiekisten, rubberboten, bovenop wuivende radio antennes, watergekoelde .30 mitrailleur, gewone .30’s .50 voorop in de ring, binnen in voedselpakketten; de legende spreekt zelfs van levende kippen: de halftrack nam alles mee zonder morren.’