Kanon Nederlands model 7 veld, 75 x 277 R, op radaffuit met rubberen banden, vervaardigd door Krupp met modificaties door HIH en met voorwagen met toebehoren - 7.5 cm FK 243 (h)
kanon
Het kanon van 7 Veld werd in 1904 bij de Veld- en Rijdende Artillerie ingevoerd en was voor die tijd uiterst modern snelvuurgeschut. Het was voorzien van een rem- en vooruitbrenginrichting en had een horizontaal sluitstuk met 'repeteerspanaftrekinrichting'. Er werd geschoten met patroonmunitie en er waren brisantgranaat-, brisantgranaatkartets-, granaatkartets- kartets- en losse patronen beschikbaar. Tijdens de mobilisatie 1939-1940 werd een speciale pantserschokbuis (Nº 38) voor de brisantgranaten Nº 1 ontwikkeld, waardoor ook tankbestrijding mogelijk werd. De projectielen kregen een aanvangssnelheid (V°) van 335 tot 520 meter per seconde, afhankelijk van de drijflading. Een vuursnelheid van 6 tot 8 schoten per minuut kon gedurende 5 minuten worden bereikt, waarna de schietbuis moest afkoelen. De maximale dracht was oorspronkelijk 6500 meter, maar na een modificatie werd dat 10 kilometer.Daartoe moest de affuit zodanig worden gewijzigd, dat hogere elevaties mogelijk werden. Het oorspronkelijke affuitbeen werd daarom vervangen door een gespleten exemplaar. De modificatie werd in 1926 uitgevoerd door de Hollandsche Industrie- en Handelsmaatschappij Siderius te Rotterdam (HIH), een dochteronderneming van Rheinmetall A.G. Dit exemplaar is compleet met de bijbehorende munitievoorwagen.Normaal werd het stuk getrokken door een span van 6 paarden, maar bij het Korps Rijdende Artillerie werd ook wel gebruik gemaakt van de TRADO trekker of een Fordson tractor. In mei 1940 waren er 304 stukken in de Nederlandse bewapening, waarvan100 vervaardigd door de Artillerie-Inrichtingen. De Duitsers hebben de wapens buitgemaakt en tot mei 1945 doorgebruikt als: '7.5 cm FK 243 (h)'.