Een opgegraven zwaard met tweesnijdende kling met een afgeplatte ruitvormige doorsnede.
zwaard
Gevest met gefacetteerde knop, dubbelkonisch in zijaanzicht. De pareerstang is rechthoekig van doorsnede en buigt naar de uiteinden toe heel licht neerwaarts. Tweesnijdende kling, eerst zesvlakkig van doorsnede, onderaan ruitvormig, met op beide zijden het ingelegde messingmerk van een bisschopstaf (zie tekening). Op één zijde van de klingangel is ook een merk ingeslagen, het witmerk van een wapenschild gechargeerd met ballen en cirkels (zie tekening).Bodemvondst. De kling is dusdanig gevormd dat er behalve gehouwen ook mee gestoken kan worden. De zesvlakkige doorsnede ervan is opmerkelijk omdat een zodanig ‘volle’ kling onnodig zwaar is. Vaker hebben zwaardklingen een centrale geul teneinde ze lichter te maken en toch tegelijk stijf te houden.
Lengte totaal: 1126 mm / Lengte kling: 850 mm / Grootste breedte kling: 44 mm
Oude Inv.nrs. 1853/Ea.31
Bruikleen van het Gemeentemuseum Arnhem (Inv.nr. GM 3154) sinds 1963
Sword for one-and-a-half hand, c. 1400-1450
Inv.no. 011104
Hilt with facetted pommel, double-conical (or lozenge-shaped) in side view. Crossguard of rectangular section and with quillons very slightly curving downwards. Double-edged blade of hexagonal section becoming lozenge-shaped at the lower end and provided on either side with the inlaid brass mark of a bishop’s staff (see drawing). A white mark, a shield charged with balls or circles (see drawing), is stamped into one side of the blade tang.
Archaeological find. The blade is shaped so as to allow stabbing with it. Its hexagonal section is remarkable because such a “full” blade is unnecessarily heavy. More often sword blades have a central fuller to make them both lighter and keep them stiff.
Overall: 1126 mm / Blade length: 850 mm by 44 mm wide at hilt
Former Inv.no. 1853/Ea.31
On loan from the Gemeentemuseum Arnhem (Inv.No. GM 3154) since 1963