Bijl met prent in houten kistje, tbv de te waterlating van het ramschip Z.M. Guinea
bijl
Een bijltje voor de tewaterlatingNiet alles in de collectie van het Legermuseum is ook van het leger. Er zijn ook zaken
bij die wellicht beter in andere collecties zouden passen. Een van die objecten is de
bijl die gebruikt is bij de tewaterlating van het ramschip Guinea in 1870. Het fraaie
bijltje toont op het blad de gegraveerde tekst ‘Guinea 30 april 1870’ en is in een even
fraai bewerkte houten kist opgeborgen, samen met een afbeelding van het schip. Het
vaartuig had een lengte van 62,68 meter en was ruim 12 meter breed. De maximum
snelheid van dit met ijzeren platen beklede schip was 12 knopen. In de krant van 5
mei 1870 staat een omschrijving van hoe de tewaterlating door kroonprins Alexander
in zijn werk ging:
Zodra Z.M. [de koning] op de fraai versierde estrade achter het schip verschenen was,
werd het laatste deel der steunsels weggenomen en bleef het schip op de klinken
hangen. Z.M. noodigde daarop alle aanwezige zee-officieren uit zich om hem heen te
scharen, en toen sprak de Koning in krachtige taal een woord van hulde aan Neerlands
marine. Z.M. gaf het verlangen te kennen dat in herinnering aan de glorierijke
wapenfeiten op de kust van Guinea, de naam van Matador zoude veranderd worden
in Guinea. De minister van marine antwoordde in hartelijke taal op de toespraak van
den vorst. Nadat Z.M. en de prinsen onder geleide van den hoofd-ingenieur alles
met groote belangstelling hadden bezigtigd, werd het teeken tot wegslaan van de
voorklink gegeven. Nu kapte Z.K.H. prins Alexander het lijntje door, dat de gewigten
ophield, die door hunnen val de klinken wegsloegen, welke tot het uiterste oogenblik
het schip tegenhielden, en statig gleed het schoone ramschip onder het hoera der
toeschouwers te water.
Een enerverend leven had de Guinea niet: het schip bleef gedurende zijn hele leven
binnen de Nederlandse territoriale wateren en zou uitsluitend deelnemen aan diverse
oefeningen en verwelkomingen van buitenlandse staatshoofden. Ook werden er in
1878 proeven genomen met later in te voeren Hotchkiss revolverkanonnen. In september
1894 vond een ramp plaats aan boord van de Guinea:
Door de onvoorzichtigheid van een milicien ging een schot af, terwijl het stuk, waar-
mede zou worden gevuurd, nog niet gericht was. De uitwerking was vreeslijk. Een
lichtmatroos, N. Dekker [volgens de gegevens van het marinemuseum zou het hier
gaan om N. Kuiper] genaamd, werd ongetwijfeld over boord geschoten; althans men
heeft later niets van hem teruggevonden dan een bundeltje waschgoed dat hij vóór
het ongeluk onder den arm had. De 1e officier, de luitenant ter zee Eijbergen, werd
ernstig aan den linkervoet gewond, de zeemilicien Lap bekwam zware kwetsuren aan
hoofd, rechterzijde en rechtervoet en bootsmaat Dekker verbrandde een deel van het
gelaat. Aan het schip werd niet veel schade toegebracht; alleen werd de commandantsbrug
beschadigd. Nog hetzelfde jaar werd het schip afgevoerd van de actieve
sterkte. Het zou in 1897 worden verkocht voor fl. 36.092,26.
A small axe for launching
This axe was used for the launch of the Guinea in 1870. The ship took part in exercises
along the coast and never left Dutch territorial waters. A disaster took place in 1894,
when a cannon was fired before being aimed, killing one sailor and injuring several
others, including the first officer. The ship was taken out of active service that same
year and sold in 1897.
Literatuur
- De Tijd, 3-5-1870 en 7-9-1894
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 110-111)