Uitklappen

9-schots centraalvuurgeweer systeem Beaumont Kropatschek 1 Nederlands proefmodel kaliber 11 x 50 R met sokkelbajonet

centraalvuurgeweer

Dit wapen is samen met nog een beaumont-kropatschek en diverse andere wapens in 1881 beproefd tijdens het onderzoek naar de verhoging van de vuursnelheid van het enkelschots beaumontgeweer. In het gepubliceerde verslag staan de volgende opmerkingen omtrent dit wapen: 1. Door het groote gewicht van het wapen is dit moeijelijk te hanteeren. 2. Door het gemis aan een uitwerpstift en door de zijdelingsche plaatsing van den patroontrekker is de verwijdering der huls gebrekkig, zoodat de man deze soms opnieuw in de kamer schuift, meenende een patroon te laden, of wel haar door schudden moet verwijderen. Het gebrekkig verwijderen der huls heeft vooral plaats bij het gebruik van het wapen als enkellader. 3. Eenige malen vloog een patroon bij het omhoog gaan van den aanbrenger, waarschijnlijk ten gevolge van te sterke werking der aanbrengerveer, over den bak, en trok de man vruchteloos af in de meening van geladen te hebben. 4. De lengte van de patroon luistert nauw; eenmaal toch geraakte eene iets te lange patroon geklemd in de opening van den aanbrenger en moest zij met de hand verwijderd worden. 5. Wanneer de man de grendel niet verder rechts brengt dan totdat hij rust op de stift van den aanbrenger, weigert het schot. Om te onderzoeken in hoeverre de centraalvuurpatronen in het buismagazijn schokbestendig waren, heeft men de volgende test uitgevoerd: men heeft het wapen met gevuld magazijn eenmaal van eene hoogte van 1 meter, eenmaal van eene hoogte van 1,5 meter, 10 malen van 0,3 meter, en 100 malen van 0,2 meter hoogte met de kolf op een ijzeren plaat doen vallen. De patronen werden eenigszins verkort en de kogels van boven afgeplat, doch de patronen konden zich toch altijd zeer goed in het magazijn bewegen en in de kamer gebracht worden.