Zwaard, anderhalfhander, 1420-1500
zwaard
Te zien in het museum:M.14.0.20O.03
Kelkvormige gevestknop van achthoekige doorsnede. Angelknop platgevijld (na restauratie). De houten greep is een latere restauratie en doelbewust gepatineerd. De pareerstang is vierkant van doorsnede en de armen zijn zeer licht naar beneden gebogen. De kling loopt geleidelijk spits naar de punt toe, heeft een centrale graat en is ruitvormig van doorsnede.Bodemvondst. De kelkvormige gevestknop wijst volgens Oakeshott (The Sword in the Age of Chivalry, p. 106) op een datering van 1420 tot na 1500. Andere auteurs dateren dit knoptype tot kort vóór 1400. De kling is van een type dat door Seitz (Blankwaffen I, p. 137) wordt gedateerd omstreeks 1450-1500.
Totale lengte: 1007 mm / Klinglengte: 801 mm / Grootste breedte kling: 45 mm / Lengte pareerstang: 206 mm
Literatuur: Oakeshott (1964); Seitz (1965)
Oud inv.nr. 1377/Ea.24
Herkomst: geen gegevens
Sword for one-and-a-half hand, 1420-1500
Inv.no. 016735
Calyx-shaped pommel of octagonal section. Flat-filed tang button (after restoration). The wooden grip is a later restoration and it has been patinated. Crossguard of square section with quillons curving very slightly downwards. Blade tapering towards the point, with a central rib and a lozenge-shaped cross-section.
Excavated sword. According to Oakeshott (The Sword in the Age of Chivalry, p.106) the calyx-shaped pommel points to a date from 1420 until after 1500. Other authors date this pommel type to shortly prior to 1400. The blade is of a type dated by Seitz (Blankwaffen I, p.137) to about 1450-1500.
Overall: 1007 mm / Blade length: 801 mm / Blade, greatest width: 45 mm / Length of crossguard: 206 mm
Literature: Oakeshott (1964); Seitz (1965)
Former Inv.nos. 1377/Ea.24
Provenance: no information