Corsesca, 1500-1550
corsesca
Met een ijzeren kop uit één stuk bestaande uit (1) een achtkantige sokkel die onderaan is vastgezet met twee spijkers aan weerszijden en (2) een lange smalle stootkling. De sokkel heeft onderaan twee korte veren en gaat bovenaan over in de kling, die van ruitvormige doorsnede is. Onder aan de kling twee aanvankelijk rechthoekige vleugels die na een ruime buitenwaartse bocht naar links en naar rechts een hoek van 90 graden maken. Beide vleugels hebben parallel verlopende sneden (dus niet taps toelopend) met aan de uiteinden punten die vierkant van doorsnede zijn en a.h.w. een verlengde van de bovenste sneden vormen. De essenhouten stok heeft een cirkelvormige doorsnede.Een oude en ook verouderde benaming van dit wapen is spiedo friulano (Italiaans) of Friauler Spiess (Duits). Tegenwoordig wordt het internationaal aangeduid met zijn Italiaanse naam corsesca, waarvan Korseke de Duitse schrijfwijze is. Troso (1988) p. 124 nr.1 (zie de bibliografie) dateert een vergelijkbaar wapen tamelijk exact op 1520-1530. Kennelijk was het onderhavige exemplaar voordat het in Kasteel Nijenrode kwam, afkomstig uit de collectie van Francis Seymour Haden. Deze collectie is in zijn geheel geveild in 1911; de onderhavige corsesca had het kavelnummer 274 (zie de veilingcatalogus Armes et armures [1911] in de bibliografie).
Totale lengte: 2605 mm / Breedte gemeten over de vleugels: 405 mm / Lengte kling tot onderkant sokkel: 899 mm
Oude inv.nrs: 13199/Ce-14 & L.442
Verkocht in 1911 op de veiling van Frederik Muller & Cie; in 1950 aangekocht uit de collectie van Kasteel Nijenrode, Breukelen
With an iron head comprising (1) an octagonal socket affixed underneath with two nails opposite of each other and (2) a long and narrow stabbing blade. Underneath, the socket has two short feathers and its top changes into the blade which is of rhomboidal section. At the bottom of the blade extend two wings, one on each side, initially rectangular but after that curving upward 90 degrees. Both wings have parallel sides (i.e. are not tapering) and at their extremities points of square section being in fact extensions of the uppermost edges. The ashen pole is of circular section.
An old and also obsolete name for this weapon is spiedo friulano (Italian) or friauler Spiess (German). In present times it is internationally known by its Italian name of corsesca of which Korseke is the German spelling. Troso (1988) p.124 No.1 (see the bibliography) dates a comparable example rather precisely to 1520-1530. The example of the Legermuseum has come down to us from the collection of Francis Seymour Haden. This collection was sold in its entirety in 1911; the corsesca in question had the lot No. 274 (cf. the auction catalogue Armes et armures [1911] in the bibliography).
Overall: 2605 mm / Width across the wings: 405 mm / Length of blade until the bottom of the socket: 899 mm
Former inv.nos.: 13199/Ce-14 & L.442
Sold in 1911 at the Frederik Muller & Cie auction in Amsterdam; purchased by the Legermuseum in 1950 from the collection of Nijenrode Castle, Breukelen