Corsesca, 1500-1550
corsesca
Tekst uit de publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling "Willem" april-oktober 2018:Ten tijde van de Italiaanse Oorlogen (1494-1559) streden verschillende Europese partijen tegen elkaar. De eerste fase van deze oorlogen speelde zich daadwerkelijk in Italië af. In deze streek werden verschillende typen stokwapens gebruikt, die in Noordwest-Europa niet gebruikt werden, zoals de corsesca, partizaan en roncone. Deze wapens werden door Noordwest-Europese troepen meegenomen naar het eigen land en raakten zo ook daar in zwang. Daarna werden ze vanuit Italië geïmporteerd of in het eigen land nagemaakt.
Met een ijzeren kop uit één stuk, bestaande uit een naar boven taps aflopende sokkel van achthoekige doorsnede, met bolle vlakken die bovenaan ruitvormig van doorsnede worden en waarvan de vrij dikke graat zich op de kling voortzet tot aan de punt. De contour van de kling is spits-driehoekig. Bovenaan de sokkel is een stel vleugels aangeweld die naar boven toe een buitenwaartse bocht maken en taps verlopen naar versterkte eindpunten van ruitvormige doorsnede. Op elke vleugel bevindt zich halverwege de onderrand een schuin buitenwaarts naar beneden wijzende doorn. Bruingeverfde, achtkantige houten stok met twee veren aan weerszijden. Onder het uiteinde van één der veren is in het hout een teken gekerfd: I X I (zie tekening). De stok, die vermoedelijk authentiek is, loopt een beetje taps af naar onderen.
Dit wapen kan vergeleken worden met de corsesca’s nr. 89 (Inv.nr. 012746) en 90 (012745). Troso (1988) p. 124 (zie bibliografie) identificeert een soortgelijke corsesca als zijn type A en dateert deze op ca.1500. Kennelijk was het nu besproken exemplaar, evenals Inv.012746, voordat het naar Kasteel Nijenrode kwam, afkomstig uit de collectie van Francis Seymour Haden. Deze collectie is in zijn geheel geveild in 1911; de onderhavige corsesca had het kavelnummer 273 (zie de veilingcatalogus Armes et armures [1911] in de bibliografie).
Totale lengte: 2660 mm / Lengte Kling inclusief huis: 895 mm / Breedte gemeten over de vleugels: 445 mm
Oude inv.nrs.: 13200/Ce.15 & L.439
Aankoop uit de collectie van Kasteel Nijenrode, Breukelen, in 1950
Corsesca, c. 1500
Inv.no. 013207
With a one-piece iron head comprising an upward off-tapering socket of octagonal section, with convex faces becoming rhomboidal in section at the top and of which the rather thick crest continues centrally on the blade running until the point. The blade is pointed-triangular in outline. Against the top of the socket is welded a pair of wings making an outside curve towards the top and of which the extremities each taper off and terminate in a strengthened point of rhomboidal section. On each wing, midway along the lower edge, is a sharp thorn pointing away from the pole. The later is brown-painted wood, of octagonal section and slightly tapering off towards the lower end. It is presumably authentic and underneath the lower end of one of the feathers is carved: I X I (see drawing).
This weapon may be compared with the corsescas No.89 (Inv.No.012746) and 90 (012745). Troso (1988) p.124 (see bibliography) identifies a similar corsesca as his Type A dating it to c.1500. Apparently the Legermuseum example now under discussion originally came, as did No.89 (Inv.No.012746), from the collection of Francis Seymour Haden before it came to Nijenrode castle. Haden’s collection was put on sale in 1911 and this corsesca had the lot number 273 (cf. the auction catalogue Armes et armures [1911] in the bibliography).
Overall: 2660 mm / Length of blade including the socket: 895 mm / Width across the wings: 445 mm
Former inventory numbers: 13200/Ce.15 & L.439
Sold in 1911 at the Frederik Muller & Cie auction in Amsterdam; purchased by the Legermuseum in 1950 from the collection of Nijenrode castle, Breukelen