Anti-tank raketwerper, Duits model "Puppchen" RW 43, op radaffuit en met twee sledeschoenen, kaliber 8.8 cm - 8,8 cm Raketenwerfer 43
raketwerper
De 8,8-cm-Raketenwerfer 43 was een infanteriewapen voor tankbestrijding en werd van 1943 tot in 1944 geproduceerd. Het maakte gebruik van dezelfde vingestabiliseerde antitankbrisantgranaatraketten als de 'Panzerschreck' en had dan ook een gladde schietbuis. De bijnaam 'Püppchen' ('poppetje' of 'schatje') kreeg het wapen liefkozend van de bedieningsmanschappen.In tegenstelling met de 'Panzerschreck', die aan de achterzijde open was, had de RW 43 een (eenvoudig) sluitstuk. De granaatraketten waren voorzien van een soort kardoeshuls, die na het schot in het wapen achterbleef en moest worden uitgeworpen. Door het afsluiten van de achterzijde van de schietbuis verkreeg de raket een hogere aanvangssnelheid dan uit de 'Panzerschreck' (180 in plaats van 110 meter per seconde) en werd de positie van het wapen niet verraden door een achteruittredende vuurstraal. Wel ontstond erdoor een terugstoot op het wapen, die door het gewicht daarvan (149 kg met wielen) en een schokbreker aan de wieg, werd opgevangen. Het wapen werd met de hand gericht, stelraden voor elevatie en breedterichting waren niet aanwezig. De raketten konden 160 mm pantserplaat doorboren, maar hadden vanuit de RW 43 een meer gestrekte baan, een grotere dracht en waren nauwkeuriger te richten dan uit de 'Panzerschreck'. Het wapen was dan ook zo succesvol, dat de Duitse onderscheiding 'Sonderabzeichen für das Niederkämpfen von Panzerkampfwagen durch Einzelkämper' niet werd verleend aan schutters met een 'Püppchen', maar alleen aan hen die met 'Panzerfaust' of 'Panzerschreck' een tank hadden vernietigd. De maximum dracht was circa 700 meter, maar tegen tanks effectief tot 230 meter. Er kon een vuursnelheid van maximaal 10 schoten per minuut worden bereikt. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog waren nog 1649 stuks 'Püppchen' voorhanden, er zijn er meer dan 4000 geproduceerd.