Goudkleurige penning op de overmeestering van Breda met behulp van het turfschip en afbeelding van de gebeurtenis
gedenkpenning
In februari 1590 werd prins Maurits door Adriaan van den Berge, een schipper uit de buurt van Breda, benaderd methet voorstel om de stad met behulp van een aantal in een turfschip verstopte soldaten te overvallen. Op 3 maart werd
het plan van Van den Berge uitgevoerd: een schip waarin zich Charles de Héraugière met 75 man had verstopt, voer via
de stadsgracht de slotgracht van Breda binnen. Tegen middernacht klommen de soldaten uit het ruim van het turfschip,
waarna zij de bezetting van het kasteel overrompelden. De volgende dag trok Maurits de stad binnen en gaven de
verdedigers zich over.
Ter gelegenheid van de inname van Breda met het turfschip in 1590 werden aan de Munt van Holland 76 gouden
beloningspenningen vervaardigd. Deze waren bestemd voor de soldaten die zich in het schip hadden laten insluiten en
de aanslag op de vesting hadden uitgevoerd.
Anders dan alle latere, op last van de Staten-Generaal gemunte triomfpenningen, dient de medaille op de inname
van Breda te worden beschouwd als een echte dapperheidonderscheiding, uitsluitend gebruikt ter beloning van de
manschappen die in het turfschip het kasteel binnenvoeren en de bezetting overrompelden.