Epaulet Ceremoniële Tenue met goudgalon bekleed met gekroonde letter "W" en bolkop knoop met gekruiste kanonnen, tbv KNIL adjudant in buitendienst van H.M. de Koningin (1918-1942)
epaulet
Een set bijzondere schouderstukken voor het KNILHet Legermuseum herbergt een grote collectie verschillende schouderbedekkingen
van de Nederlandse landmacht en van het KNIL.
In de collectie bevindt zich een set schouderstukken van het KNIL die
heeft toebehoord aan een hoofdofficier-adjudant in buitengewone
dienst van Hare Majesteit de Koningin.
Deze schouderstukken waren bedoeld om te worden bevestigd
op de schouders van de verbeterde en vernieuwde versie van de witte
jas toetoep (hoog gesloten witte jas) welke bij Koninklijk Besluit van
5 oktober 1911, nr. 65 bij het Indische leger was ingevoerd. Daarbij
werd op de rechterschouder een gouden nestel gedragen. De schouderstukken
hadden een basis van zwart laken met daarop een gouden w-band. Op dit goudgalon werd in
het midden een gekroonde W in zilver bevestigd.1
Deze adjudanten, niet te verwarren met de adjudanten van Hare Majesteit de Koningin,
hadden een louter ceremoniële functie en konden vanaf de rang van hoofdofficier
tot buitengewoon adjudant worden benoemd. Een benoeming hierin was een onderscheiding
voor bewezen diensten en bedoeld voor het leven. Meestal waren deze
officieren hiervoor tijdelijk adjudant van H.M. de Koningin geweest.2
Zo was L. (Ludolph) H. (Hendrik) van Oijen, majoor bij het KNIL, vanaf 7 december
1933 tijdelijk benoemd tot adjudant van H.M. de Koningin en werd hij op 18 februari
uit deze functie eervol ontheven. Tegelijk werd hij op deze datum buitengewoon adjudant
van de Koningin.3
Bij Koninklijk Besluit van 17 april 1934, nr. 38 werd Z.H. Pangeran Adipati Ario Mangkoe
Negoro VII benoemd door Koningin Wilhelmina als adjudant in buitengewone
dienst van H.M. de Koningin. Mangkoe Negoro was een Javaanse prins, zelfbestuurder
van zijn vorstendom in midden-Java, en tevens kolonel-commandant van zijn eigen
Legioen. Deze onderscheiding viel hem ten deel in verband met zijn vijftigste verjaardag.
De set schouderstukken zouden mogelijk van majoor der artillerie A.R.W. Gey van Pittius kunnen
zijn geweest. De uiteinden ervan hebben namelijk een gouden bolknop die voorzien zijn
van twee gekruiste kanonnetjes. Deze artillerieofficier van het Indische leger feliciteerde, samen
met andere buitengewone adjudanten afkomstig van de infanterie, onder wie ook Van Oijen,
Mangkoe Negoro met zijn benoeming.4
A set of special shoulder straps for the Royal Netherlands East Indies Army
The collection of the Dutch Army Museum includes a large number of shoulder straps
of both the Royal Netherlands Army and the Royal Netherlands East Indies Army,
among which a set that belonged to a Royal Netherlands East Indies Army adjutant in
extraordinary service of HM the Queen. These shoulder straps were intended for the
new model white coat (‘Toetoep’) introduced in 1911. A gold-coloured lanyard was
worn on the right shoulder. The shoulder straps were made of black cloth with a gold
band on which a silver crowned ‘W’ was affixed. These adjutants, not to be confused
with HM the Queen’s regular adjutants, had a strictly ceremonial role and only those
above the rank of superior officer could be appointed to this function, which was an
appointment for life intended as a reward for loyal duty. The set of shoulder straps in
the Museum’s collection possibly belonged to Major A.R.W. Gey van Pittius of the Artillery
Regiment. Each shoulder strap has a golden dome-shaped button attached to the
end with this regiment’s ‘crossed cannons’ emblem.
1 Kleedingvoorschrift: eerste deel (Kl. VI).- Batavia: Reproductiebedrijf, 1941, 51
2 J. van Woensel, Militairen aan het hof, de geschiedenis van het Militaire Huis 1849-2005
(Amsterdam 2005) 114
3 Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, collectie nr. 700, 3674 L.H. van Oijen
4 ‘Mangkoe Negoro onderscheiden, groote belangstelling’, in: Sumatrapost, 19 mei 1934, jaar
gang 36 nr. 112
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 30-31)