Salade, blank, Duitsland, 1480-1520
salade
Van ijzer. Vrij platte helmbol waarvan de onderrand van achteren boogvormig is uitgesneden en de uitsnijding gevuld met drie nekstroken die door middel van klinknagels aan elkaar zijn bevestigd. Op de binnenkant van de onderste strook het witmerk van een schild met (“gedeeld een halve adelaar en linksgeschuind in zessen”) het merk van Neurenberg (zie tekening). Twee voeringgaten achter in de onderste nekplaat en twee soortgelijke gaten nabij de onderrand van de helmbol in het midden. Voorts zeven dubbele gaten voor voeringnagels, verticaal van onderrand tot onderrand over de helmbol lopend. Verdere voeringgaten, ditmaal nog gevuld met klinknagels, langs de zijranden, overdwars aan de onderkant van de helmbol achterop en ook langs de voorrand van de helm. Rechts bij de voorrand een grote platte drukknop voor een blokkeerstift ten behoeve van het vizier. Het vizier is van het zogenaamde blaasbalgtype en langs beide zijranden boogvormig uitgesneden. De bovenrand van het vizier verloopt aan weerszijden van de middengraat telkens enigszins hol. Voorop en aan weerszijden van de middengraat heeft het vizier op elke zijde drie stellen kijkspleten met telkens daaronder een onscherpe vouw. De draaipunten van het vizier zijn gemarkeerd door een stel gladde bolle knoppen (restauratie).Ofschoon de vorm van de helmbol overtuigt, is de gebruikte plaat dermate dun dat hij nooit voldoende bescherming aan het hoofd heeft kunnen bieden. Mogelijk was hij oorspronkelijk zeer beschadigd en later met vul- en laswerk ingrijpend gerestaureerd. Het kan ook zijn dat de beschadigingen zelfs van dien aard waren dat bij de restauratie ook de oorspronkelijk aanwezige ribbels (in Maximiliaanse stijl) zijn weg gevijld; dit gezien een nauwelijks waarneembaar regelmatig patroon van donkere banen bovenop de helmbol. Vermoedelijk is het vizier van deze helm authentiek, en zijn de drie nekstroken dat mogelijk eveneens.
Voorbeelden van vizieren die tot over de kin reiken komen niet zo vaak voor en een exemplaar dat qua vorm en details min of meer exact overeenkomt met dat van de helm van het Legermuseum hebben wij niet kunnen vinden. Het moet gezegd dat het vizier niet de indruk wekt oorspronkelijk bij deze helmbol te horen, een vermoeden dat vooral door de verschillen in patine wordt ingegeven. Een redelijk vergelijkbaar vizier is te vinden op een helm in de Wallace Collection te Londen (Inv.nr. A83) al dateerde Laking (2000, Vol. II, p. 41, fig. 390) deze op omstreeks 1500, terwijl Mann (1962) Vol. I, p. 101-102, er “about 1515” van maakte. Een ander duidelijk verwant exemplaar uit dezelfde collectie is Inv.nr. A84 (Mann [1962], Vol. I, p. 102 & Plate 56), al heeft het vizier daarvan een duidelijk vooruitstekende kaak. Een overeenkomst met de helm van het Legermuseum is dat het laatstgenoemd exemplaar uit de Wallace Collection eveneens zeer licht van constructie is.
Lengte: 305 mm / Hoogte: 233 mm / Breedte: 200 mm
Literatuur: Laking Vol. II (2000); Mann (1962); Norman (1986). Zie de bibliografie
Oude inv.nrs. i.478/Ba.4 & H.82
Aankoop 1950 uit de collectie Kasteel Nijenrode, Breukelen
Sallet with bellows visor, c. 1515, possibly somewhat later
Inv.no. 050423
Iron, with a rather flat skull the lower border of which has an arched cut-out at the rear which is filled with three neck lames rivetted to each other. The inside of the lowermost lame has the white mark of a shield (emblazoned “an eagle dimidiating three bends”), the arms of Nuremberg (see drawing). There are two lining holes in the lowermost neck lame and two further such holes near the lower border of the skull in the centre. There are also seven double holes for the lining running vertically across the skull between the lower borders. Other lining holes, this time still filled with rivets, are to be found along the borders in the sides and parallel to the lower border of the skull at the rear and at the front. On the right-hand side near the frontal border is a large flat press-button for the blocking pin of the visor. The visor is of the so-called bellows type and it has arched cut-outs in the rear borders of the sides. The upper edge of the visor, on either side of the central vertical crest, has shallow arched cut-outs and further down are three sets of sighting slits over an un-sharp horizontal crest. The turning-pins of the visor are marked by a pair of smooth convex knobs (restored).
Although the skull has a convincing shape the plate which it forms is so thin that it could never have offered sufficient protection for the head. It is possible that it was originally very much damaged and later drastically restored, even to the extent that the longitudinal ribs (in the Maximilian style) originally on the skull were filed away. This is presumed on the basis of the hardly perceptible regular pattern of dark tracks on the skull. The visor of this helmet is presumably authentic as are the three neck lames.
Examples of visors reaching past the chin do not occur very often and we have been unable to find an example which as far as form and details are concerned is more or less similar to the helmet of the Legermuseum. It has to be admitted that the visor does not give the impression of originally belonging to the helmet and this suspicion is chiefly fed by the differences in patina. A reasonably comparable visor is to be found on the helmet Inv. A83 in the Wallace Collection in London, although Laking (2000, Vol. II, p. 41, fig. 390) dated it to about 1500, whereas Mann (1962) Vol. I, p. 101-102, made “about 1515” of it. Another clearly related example from the same collection is Inv.no. A84 (Mann [1962], Vol. I, p. 102 & Plate 56), although its visor has a clearly protruding jaw. It does, however, share its very light construction with the Legermuseum helmet.
Length: 305 mm / Height: 233 mm / Width: 200 mm
References: Laking Vol. II (2000); Mann (1962); Norman (1986). See bibliography
Former Inv.nos. i.478/Ba.4 & H.82
Purchased in 1950 from the collection of Nijenrode Castle, Breukelen