Armet, blank, Duitsland, 1520-1530
armet
Te zien in het museum:M.15.00.22S.04
Van ijzer, de helmbol uit één plaat gesmeed en met een brede, lage gekabelde kam over het midden. Onderaan van achteren en in het midden is een gladde tapse pluimkoker bevestigd met getande bovenrand en met een aan weerszijden gelobde bevestigingsplaat voor de twee klinknagels. Parallel aan de kam lopen op regelmatige afstand van elkaar ribbels elk geflankeerd door gegraveerde lijnen. De helmbol heeft achter onderaan een glad gedeelte met vijf klinknagels voor de voering (de voering zelf is verdwenen). Dat wat er uitziet als de zesde klinknagel rechts is in feite een drukknop voor een stift om de kaakplaat vast te zetten (blokkering defect). Bovenop de helmbol bevinden zich iets achterwaarts en aan weerszijden van de kam twee gaten, vermoedelijk t.bijvoorbeeld de voering. De onderrand van de kaakplaat en die van de helmbol vormen tezamen een brede gekabelde nekkrans. Voeringnagels van de helmbol zetten zich voort op de kaakplaat (de twee voorste ontbreken). Rechts op de kaakplaat een drukknop voor een blokkeerstift van het vizier. De voeringnagels langs de bovenrand van de kaakplaat lopen aan de buitenzijde glad met de oppervlakte.Vizier van het blaasbalgtype met vier horizontale vouwen in drie waarvan telkens vier rechthoekige luchtgaten zitten. Boven de bovenste vouw twee vizierspleten, eveneens rechthoekig maar groter. De holle oppervlakken tussen de vouwen zijn elk gemarkeerd door twee gegraveerde lijnen. Rechts achter de onderste vouw een hefpal met een geprofileerde eindknop. De draaipunten van vizier en kaakplaat zijn gemarkeerd door een stel brede, platte geprofileerde knoppen.
Het kingedeelte van de kaakplaat is geheel gerestaureerd, mogelijk al tijdens het actieve leven van de helm. Op de achterzijde van het midden van de bol een ingezet ruitvormig stuk (gerestaureerd) bevestigd met klinknagels. De patine van het vizier is anders dan dat van de overige platen, wat doet vermoeden dat het een latere vervanging is, maar uit welke tijd is moeilijk te zeggen.
De nekkrans van de helm moest nauw aansluiten op de krans van een ringkraag zodat één doorlopende krans ontstond waarin de helm in het horizontale vlak door de beweging van het hoofd naar links en rechts gedraaid kon worden. Maar het was door deze constructie onmogelijk het hoofd met helm en al omhoog en omlaag te richten.
Lengte totaal: 335 mm / Hoogte totaal: 278 mm / Breedte: 235 mm
Oude inv.nrs. en herkomst: geen gegevens gevonden
Armet with bellows visor and rotating-on-the-gorget, 1520-1530
Inv.no. 050427
Iron, the skull forget from a single plate and with a wide, low cabled comb on the centreline. Affixed underneath the centre at the rear is a smooth tapering plume-holder with serrated upper edge and an affixing-plate which is lobed on either side and holed for the two rivets. Parallel to the comb on the skull run equidistant ribs each of which is flanked by engraved lines. The skull has at the rear underneath a smooth area with five lining-rivets (the lining itself is gone). The rivet which looks like the sixth one on the right is in fact a push-button for a pin to affix the cheek piece (arresting action defective). On top of the skull, slightly towards the rear, are two holes on each side, presumably for the lining. The lower edges of the cheek piece and the skull are together in the form of a wide cabled rim. The lining rivets on the skull continue on the cheek piece (the two foremost are missing). On the right-hand side of the cheek piece is a push-button for the arresting-pin of the visor. The lining rivets along the upper edge of the cheek piece are flush with the outer surface.
The visor is of bellows type, with four horizontal crests in three of which are each four rectangular slots for admitting air. Over the uppermost crest are two sights, equally rectangular slots but larger. The concave surfaces between the crests are each marked by two engraved lines. On the right-hand side behind the lowermost crest is a lifting-stud with a profiled button. The rotation points of visor and cheek piece are marked by a pair of wide, flat profiled buttons.
The chin area of the cheek piece is entirely restored, possibly already during the active life of the helmet. On the rear of the skull in the centre is an inlaid rhomboidal piece of iron (restored) affixed by rivets. The patina of the visor is different from that of the other plates which leads to the suspicion that the visor is a later replacement, but from which period is difficult to say.
The wide, cabled lower rim of the helmet had to make a close fit with the upper rim of the gorget so as to result in one single continuous rim on which the wearer could turn his helmet in the horizontal plane by moving his head to the left or the right. This construction, however, made it impossible to move the head up and down.
Total length: 335 mm / Total height: 278 mm / Greatest width: 235 mm
Former Inv.nos. and provenance: no information found