Geelmetalen sjakoplaat met de letters "PVO" Prins van Oranje, manschap Hollandse Brigade in Engelse dienst gelegerd op het eiland Wight
sjakoplaat
Te zien in het museum:M.15.00.22S.04
Een sjerp en een sjakoplaat van de Hollandse Brigade in Engelse Dienst, 1799-1802In de uniformkunde doet zich vaak het merkwaardige feit voor dat van regimenten die
slechts kort hebben bestaan verhoudingsgewijs vrij veel gegevens bekend zijn, maar
nauwelijks uniform- of uitrustingsstukken. De Hollandse Brigade in Engelse Dienst
bijvoorbeeld, werd gekleed en bewapend naar Brits model. De Engelse sjako of stove
pipe werd voorzien van een zwarte rozetvormige kokarde, naar het oude ’teken van
de staat’ van de troepen van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. De sjakoplaat
was afgeleid van die van de Engelse infanterie. In het midden van de sjakoplaat
staat de Orde van de Kousenband afgebeeld met de tekst ‘Honi soit qui mal y pense’. In
de kousenband staat in plaats van G.R (George Rex) P.V.O. (Prins van Oranje). De Orde
van de Kousenband wordt omgeven door een wapen- en vlaggentrofee. Bovenaan
staat de Engelse kroon en onderaan een gekroonde staande (Engelse ) leeuw. De officieren
van de Hollandse Brigade droegen een karmozijnrode geweven wollen sjerp.
Toen in januari 1795 de Fransen Nederland binnenvielen en de Bataafse Republiek
ontstond, werd het leger gereorganiseerd naar Frans voorbeeld. Er bevonden zich
toen maar weinig militairen in ons land. Velen trokken naar Duitsland. Na de Engels-
Russische landing in Noord-Holland in 1799, werden alle in Duitsland aanwezige
Nederlandse militairen overgebracht naar Yarmouth. Daar waren ook de deserteurs
van het Bataafse Leger verzameld. Ondertussen was op 21 oktober 1799 op het
eiland Wight The King’s Dutch Brigade gevormd: 4 regimenten infanterie van elk
18 compagnieën,1 regiment jagers van 18 compagnieën,1 bataljon artillerie van 6
compagnieën,1 korps ingenieurs,1 compagnie werklieden en 1 afdeling invaliden. Vier
infanterieregimenten ontvingen op 6 augustus 1800 elk twee vaandels. Het ging naar
Engels gebruik om een King’s colour en een regimental colour, in dit geval een vaandel
van Oud-Nederlands model.
De brigade werd op 11 december 1800 ingescheept voor een expeditie naar
Ierland, waar een Franse landing dreigde. Op 15 juli 1801 kwam de Brigade terug op
de eilanden Jersey, Guernsey en Wright. Toen op 25 maart 1802 vrede werd gesloten
tussen Frankrijk en Engeland, werd de brigade op 12 juli van dat jaar ontbonden.
Het grootste deel van het personeel keerde terug naar ons land en meldde zich onder
andere bij het 5e tot en met het 9e Bataljon van de West-Indische Jagers, vier compagnieën
artillerie en een Korps Ingenieurs. In de tweede helft van 1802 werden ze
verscheept naar de koloniën. Nadat op 18 mei 1803 de oorlog werd hervat gingen alle
koloniën in Amerika en Afrika verloren, en keerden de troepen terug naar Nederland
om in augustus 1806 te worden ingelijfd bij het 1e, 3e en 8e Regiment Infanterie en het
2e Regiment Jagers.
Een kleiner deel van de in 1802 opgeheven Brigade vormde een compagnie voor het
vorstendom Fulda, dat op 24 mei 1802 was toegevallen aan Prins Willem V, die het op
29 augustus 1802 afstond aan zijn zoon, de latere koning Willem I.
Maar in 1802 waren niet alle Nederlanders van de King’s Dutch Brigade naar de
West-Indische koloniën of Fulda vertrokken, want toen in november 1813 ons land
in opstand kwam tegen de Franse overheersing, vormde de luitenant-kolonel Willem
Benjamin van Panhuys te Yarmouth een Nederlands bataljon, dat op 1 december 1813
het 10e Bataljon Infanterie van Linie werd en op 27 maart 1814 arriveerde in Hellevoetsluis.
Dit waren de laatste Staatse militairen die na bijna twintig jaar in Nederland
teruggekeerden.
Het zou 125 jaar duren voordat opnieuw een Nederlandse Brigade op Engels grondgebied
werd geformeerd.
Red officer’s sash and shako plate of the King’s Dutch Brigade, 1799-1802
The King’s Dutch Brigade was formed of troops of the former Dutch Republic and deserters
of the Batavian Army. It was also called the Brigade of the Isle of Wight, as they
were stationed on the island after a campaign in Ireland against a French invasion.
The brigade was abolished in 1802 and personnel was dismissed. Most returned to
the Netherlands and joined the armed forces of the 5th to the 9th battalions of the West
Indian Light Infantry.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 300-303)