Zwaard, langzwaard, 1300-1400
zwaard
Gevest met een forse schijfvormige gevestknop met aan buiten- en binnenzijde een afgeschuinde buitenrand waardoor op elke zijde een verheven, cirkelvormig concentrisch veld ontstaat. De gevestknop heeft bovenop een verhoging ten behoeve van de geklonken angelknop. Rechte pareerstang met naar de uiteinden toe breder uitlopende armen. Tweesnijdende kling, geleidelijk taps aflopend naar de punt toe (waarvan ca. 50 mm is afgebroken), platovaal van doorsnede met brede centrale geul.Bodemvondst. Volgens Oakeshott (The Sword in the Age of Chivalry, p. 96) raakte dit type gevestknop in zwang vanaf omstreeks 1250. Het feit dat dit zwaard een anderhalfhander is lijkt tezamen met de contour van de kling een datering van omstreeks 1350-1450 te rechtvaardigen.
Lengte totaal: 1039 mm / Lengte kling: 753 mm / Grootste breedte kling: 62 mm / Lengte pareerstang: 195 mm
Literatuur: Oakeshott (1964)
Oud inv.nr. 1547
Herkomst: Aankoop uit de collectie George De Bruyne, Antwerpen, 1963
Sword for one-and-a-half hand, 1300-1400
Inv.no. 011107
Hilt with a substantial disk pommel with bevelled edges on the obverse and reverse resulting in a raised, concentric circular field on each side. The riveted tang on top is situated in an elevation. Straight crossguard of which the quillons increase in width towards the extremities. Double-edged blade gradually tapering off towards the point (of which c. 50 mm is broken off), flattened-oval in cross-section and with a wide central fuller.
Excavated sword. According to Oakeshott (The Sword in the Age of Chivalry, p.96) this type of pommel becomes common from about 1250. The fact that this weapon is a hand-and-a-half sword together with the contour of the blade as described would seem to justify dating it to the 1350-1450 period.
Overall: 1039 mm / Blade length: 753 mm by 62 mm greatest width / Length of crossguard: 195 mm
Literature: Oakeshott (1964)
Former Inv.no. 1547
Purchased in 1963 from the collection of Mr George De Bruyne, Antwerp