Zwaard, anderhalfhander, Europa, 1400-1500
zwaard
Gevest met een schijfvormige gevestknop met op de buitenzijde en de draagzijde in het midden een verhoogd kleiner cirkelvormig veld. Het gebied rondom dit veld loopt hol naar de rand van de schijf toe. Het veld in het midden draagt aan weerszijden een gegraveerd merk: een wapenschild met een purperen schuinbalk (zie tekening). Houten greep (latere toevoeging?) van ovale doorsnede, taps naar boven aflopend, licht gebold in profiel en met zwart of donker leer overtrokken. Onderaan de greep rondom een brede ribbel. De pareerstang is nagenoeg recht, doch de armen zijn heel flauw neerwaarts gebogen. De pareerstang is spitsovaal van doorsnede met de graten boven en onder en wordt iets breder in het midden. Op elke arm is een binnenwaarts gerichte pijl gegraveerd. De kling loopt gelijkmatig taps naar de punt af en is ruitvormig van doorsnede.Bodemvondst. Het beschreven type gevestknop komt voor aan het eind van de 15e eeuw (Norman, Rapier and Small-Sword, p. 239). De vorm van de kling wijst erop dat dit zwaard bedoeld was om mee te steken. De purperen kleur in de schuinbalk op de gevestknop is in de tekening aangegeven volgens de heraldische conventie.
Lengte totaal: 1612 mm / Lengte kling: 946 mm / Grootste breedte kling: 46 mm
Literatuur: Norman & Barne (1980).
Oude inv.nrs. 2814/Ea.37
Verworven in 1964 uit de collectie van het Stedelijk Museum te Gouda door ruiling
Sword for one-and-a-half hand, 1450-1500
Inv.no. 011101
Hilt with disk-shaped pommel with a smaller, raised circular field in the centre on the obverse and reverse. The area surrounding this field is concave towards the edge of the disk. The central field carries a mark on either side: an armorial device with a purple diagonal (see drawing). Wooden grip (later addition?) of oval section and tapering off towards the top, slightly bulbous in profile and covered in black or dark leather. The lower half of the grip is encircled by a wide rib. The nearly straight crossguard has arms which are very slightly bent downwards. It is of pointed-oval section with a medial edge on top and underneath and becomes somewhat wider in the centre. Each quillon is engraved with an arrow pointing towards the centre of the crossguard. The blade is gradually tapering off towards the point and of lozenge-shaped cross-section.
Archaeological find. The type of pommel as described appears at the end of the 15th century (Norman, Rapier and Small-Sword, p. 239). The shape of the blade as described indicates that it was intended for the thrust. The purple colour in the diagonal on the pommel is indicated by the heraldic convention.
Overall: 1.612 mm / Blade length: 946 mm / Greatest width of blade: 46 mm
Literature: Norman & Barne (1980)
Former Inv.no. 2814/Ea.37
Acquired in 1964 from the Stedelijk Museum Gouda, through exchange