Degen, Den Haag, 1750-1759
degen
Gevest gemaakt van gegoten zilver met een neerwaarts buigende achterpareerstang eindigend in een ajourgewerkte, druppelvormige eindknop. De achterpareerstang ontspringt uit een ajourgewerkt pareerplok met bloemmotieven. Aan de andere zijde van het pareerblok ontspringt een D-vormige knokkelbeugel versierd met verticale groeven en gebeiteld bloemenwerk in het midden van de beugel. De knokkelbeugel zit verzonken in de zwaardknop. Uit het pareerblok ontspringen onder de achterpareerstang en knokkelbeugel vingerbeugels die zijn versierd met verticale groeven. Deze vingerbeugels reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Tussen de stootplaat en het pareerblok is een gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrish en 8-vormig uitgevoerd en versierd met ajourgewerkte bladranken. Rond de rand van de stootplaat is een kabelrandmotief aanwezig. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1750-1800). Tussen de stootplaat en de kling is een rood vilten stootleder aanwezig.De handgreep is spoelvormig en gemaakt van hout met een afgevlakte ovale doorsnede. De hangreep is omwonden met afwisselend zilverbanden of getwijnd zilverdraad. Aan de boven- en onderzijde van de handgreep is een Turkse knoop aanwezig van getwijnd zilverdraad.
De zwaardknop is gemaakt van zilver en is uivormig met een ovale doorsnede. De gehele zwaardknop is versierd met ajourgewerkt bloemenmotief en is bedekt met een angelknop. De zwaardknop is geïdentificeerd als een Norman knoptype 88 (1700-1780).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer met een breed sterk en snel smalwordend rest van de kling (stijl A la Colichemarde). Het breede gedeelte heeft een holle ruitvormige doorsnede en het smalle gedeelte heeft een ruitvormige doorsnede. Het sterk is aan beide zijden voorzien van een verguld paneel met daarin geëtst lofwerk, waaronder twee fleur-de-lilles.