Orde van de Nederlandse Leeuw, Ridder Grootkruis met sjerp
medaille
Te zien in het museum:M.06.01.34Q.04.02
De Orde van de Nederlandse Leeuw is een van de oudste en hoogste Nederlandse civiele orden en werd op 29 september 1815 door koning Willem I ingesteld.De Orde werd bij wet van 29 september 1815, n° 47 ingesteld:
"strekkende ter vereerende onderscheiding van alle Nederlanders die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerpligten of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen en kunsten. Deze orde zal in bijzondere gevallen ook aan vreemdelingen kunnen gegeven worden."
Aan de orde was van 1815 tot 15 april 1994 ook de graad van broeder verbonden. De Broeders werden wel verdienstelijk geacht maar kregen vanwege hun maatschappelijke positie binnen het decoratiestelsel geen ridderkruis. Deze graad was al sinds 8 april 1960 niet meer verleend.
Toen de orde werd ingesteld was het Koninkrijk der Nederlanden tweetalig. In de Franse versie van de wet heet de orde de "Ordre du Lion Belgique" oftewel "Orde van de Belgische Leeuw". Deze Franstalige aanduiding verviel later want na 1830 was het koninkrijk niet langer tweetalig. De Franse aanduiding heeft in de literatuur over faleristiek tot misvattingen geleid.
Graden in de Orde van de Nederlandse Leeuw
De Koning der Nederlanden is grootmeester van de Orde. De orde bestaat uit drie graden met daarnaast vroeger ook nog de geaffilieerde klasse van broeder:
De huidige versierselen van de Orde van de Nederlandse Leeuw
Ridder 1e graad, genoemd Ridder Grootkruis
De grootkruisen dragen een grootkruis van de orde aan een lint over de rechterschouder op hun linkerheup en de ster van de Orde. Deze ster is nu van goud, maar in het verleden waren de sterren ook wel van zilver. Koningin Juliana, wier ster in mei 1940 zoekraakte, droeg vaak een dergelijke antieke zilveren ster.
Het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter wordt aan een lint in de vorm van een sjerp gedragen. Men draagt dit grootlint van de rechterschouder naar de linkerheup. Het lint voor heren is 101 millimeter breed ( de traditionele "vijf vingers) en voor dames 68 millimeter breed.
De licht bolvormige achtpuntige ster bestaat uit achtenveertig om en om geschubde en aan de uiteinden geknopte stralen met een diameter van 85 millimeter. Op deze ster is een kruis zonder kroon met een diameter van 73 millimeter gelegd.
Het reglement schrijft voor dat de ster direct boven het middel wordt gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het grootkruis mogen volgens het reglement uitsluitend tezamen worden gedragen.
In de praktijk houden ook de Nederlandse koning en zijn familie zich niet aan deze voorschriften. Soms draagt men alleen de ster, soms draagt men uit beleefdheid de ster en het lint van de ridderorde van een gast of gastheer en dan wordt het grootlint van de Nederlandse orde weggelaten. Koningin Juliana heeft het grootlint weleens over de linkerschouder gedragen.
Ridder 2e graad, genoemd Commandeur[bewerken]
De commandeurs dragen een kruis van de orde aan een lint om de hals en een kruis met wat bredere gouden biezen op de armen van het kruis zonder lint op de linkerborst. Het verguld zilveren versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter wordt door heren aan een 55 millimeter breed lint om de hals gehangen. Voor dames wordt een 37 millimeter breed lint opgemaakt in de vorm van een strik op borsthoogte op de linkerzijde van de kleding wordt gedragen.
Het reglement spreekt van een "ster, bestaande uit het versiersel". Dit kruis heeft brede gouden randen en de kroon is onbewegelijk met het kruis verbonden. Het versiersel heeft een diameter van 79 millimeter en wordt direct boven het middel gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder bedoelde onderscheidingsteken worden, zo schrijft het reglement voor, uitsluitend tezamen gedragen.
Deze laatste bepaling is niet te rijmen met het protocol dat voorschrijft dat men bij een (tropen)smoking wél een kruis aan een lint om de hals draagt maar de daarbij behorende plaque of ster weglaat.
Ridder 3e graad, genoemd Ridder
De Ridders dragen een kruis van de orde aan een lint van drie vingers breed op hun linkerborst of, bij dames die niet in uniform zijn, aan een strik. Het verguld zilveren versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 46 millimeter wordt op op de linkerzijde op borsthoogte aan een lint gedragen. Het lint voor heren is 37 millimeter breed. Het lint voor dames is 27 millimeter breed en wordt meestal opgemaakt in de vorm van een strik.
In de 19e eeuw waren de versierselen van massief goud.
De graden van Ridder of Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw worden hoogst zelden aan vreemdelingen toegekend.
Broeder
De Broeders, men spreekt van de Broederschap van de Orde van de Nederlandse Leeuw, droegen een zilveren medaille met de tekst "Virtus Nobilitat" aan een blauw-goud-blauw gekleurd lint van drie vingers breed op hun linkerborst. Heden ten dage is deze geaffilieerde klasse niet meer toegekend.