Houwdegen, Italië, 1650-1675
houwdegen
Houwdegen, 1650-1675Totale lengte 9501 mm / klinglengte 800 mm / klingbreedte 28 mm
Gevest buitenzijde. Gevest van ijzer bestaande uit zeskantige beugels. Pareerstang waarvan beide armen sterk naar de kling toe ingerold zijn. De voorpareerstang splitst zich in een kleinere doch even sterk ingerolde beugel naar de greep toe. Aan de zijkant van de knop aangeschroefde zijvuistbeugel met in het midden twee voluten. Onderaan splitst de zijvuistbeugel zich in een uivormige zijbeugel, die gevuld is met een bolle, doorboorde stootplaat. In een punt naar beneden toe gerichte zijstang (klingvanger).
Gevest draagzijde: geen beugels en overigens gelijk aan de buitenzijde, behalve dat in plaats van de zijstang een duimplaat is aangebracht. De laatste heeft een doorsnede van 29 mm en is nagenoeg parallel met het vlak vaan de kling en naar de kling toe enigszins uitgehold.
Knop: profiel van de knop is ruitvormig met afgeronde hoeken, rondom gecanneleerd.
Vgl: Norman & Barne (1980) pommel 50, waarschijnlijk vooral tweede helft 16de eeuw.
Greep: ovaal van dwarsdoorsnede, stijfomwikkeld met getorste touwdraad. Boven afgezet met turkse knoop, onder met messingwikkeling, die bestaat uit dik getorst messingdraad dat in zeven windingen over de wikkeling gaat.
Turkse knoop bestaat uit kleine ketting, geflankeerd door dichtomwoeld draad, alles ijzer.
Kling: zesvlakkig van doorsnede, centrale vlak enigszins tot geul uitgehold. Ricasso met aan weerszijde twee groeven langs de buitenranden. Deze groeven worden aan de binnenzijden geflankeerd door een geëtste lijn die eindigt in een viertal geponste figuurtjes.
Inscriptie in de geul buitenzijde: ANTONIO met aan weerszijden vijf ruitvormige punten in kruisvorm. Op enige afstand vier ballen in ruitvorm.
Inscriptie draagzijde: PICINIO, overigens gelijk. De Picinio familie bestond uit meerdere leden (waaronder Antonio en Giovanni) die in Milan als zwaardsmeden actief waren. Zij waren eind 16e eeuw werkzaam. De naam werd echter misbruikt en op klingen geplaatst door andere zwaardsmeden. Mogelijk betreft het een dergelijk exemplaar.
Opmerkingen: de vrom van het gevest is niet terug te vinden in de typolgie van Norman. Wel noemt Norman de ingerolde pareerstangarmen als dateringskenmerk, namelijk 1630-1650. Zie ook zijn opmerkingen op blz 166 over de zijvuistbeugel op ‘Mortuaryhilt’. Kling en gevest lijken niet homogeen, evenmin als gevest en knop.
Greep is niet authentiek.