houten beenprothese
prothese
Het houten been van de minister van DefensieIn november 1813 kwam Menno David graaf van Limburg Stirum (30 november 1807
Wexford Ierland - Den Haag 22 juli 1891)1 voor het eerst naar Den Haag, maar hij
keerde telkens terug naar Ierland, totdat hij zich in 1821 voorgoed in Nederland vestigde.
Op 2 oktober 1821 werd Van Stirum aangenomen als cadet op de Artillerie- en
Genieschool te Delft en in 1825 volgde bevordering tot tweede luitenant bij het Corps
Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs.
De graaf verwierf in 1831 het Metalen Kruis wegens het in staat van verdediging brengen
van Den Bosch. Vanaf 1 mei 1832 diende hij in de Citadel van Antwerpen.
Op 6 december 1832 werd tijdens een hevig gevecht echter de rechtervoet van
Van Limburg Stirum door een bomscherf verbrijzeld, deze brak af boven de enkel.
Volgens de overlevering zei hij tegen zijn hevig ontstelde oppasser: ’Je moet
plezier hebben, omdat je voortaan nog maar één schoen te poetsen hebt’. Hij
keerde naar Noord Nederland terug als invalide, maar bleef als ridder Militaire Willems-Orde in militaire dienst en reed zelfs paard met zijn houten been. Bij de uitbreiding van de genie werd hij bevorderd tot kapitein (1842).
De minister droeg hem op het secretariaat van de inspectie over het
militair onderwijs op zich te nemen. Later vervulde hij als luitenantkolonel
en kolonel de functie van inspecteur van Fortificaties te
Dordrecht.
Van Stirum werd door Koning Willem III op 10 mei 1849 benoemd
tot zijn adjudant en later, in 1857, tot kamerheer in buitengewone
dienst. Op 9 mei 1868 werd hij als generaal overgeplaatst naar Den
Bosch. De Frans-Duitse Oorlog (1870) was uitgebroken en Van
Stirum werd commandant van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Van Stirum was vervolgens van 6 juli 1872 tot 15 september 1873
minister van Oorlog in het tweede kabinet Geertsema. Vermeldenswaard
is dat hij in het Ministerie op Plein 4 een speciale trap liet
bouwen in verband met zijn invaliditeit. Achter een deur, halverwege
de grote trap, bevindt zich een tweede smalle opgang van
dertien treden die naar de eerste verdieping voert. Van Stirum liet
deze trap bouwen omdat hij het vervelend vond om voor het oog
van zijn ambtenaren de trap op te strompelen. Dit zogeheten ministerstrapje
bestaat nog steeds. Als minister zorgde hij er onder andere voor dat dienstplichtigen de
gelegenheid kregen om voor twee jaar te worden gedetacheerd bij
de landmacht in Nederlands-Indië. Bij zijn ontwerp-vestingwet stond
hij een nog meer geconcentreerd stelsel voor. Van Stirum wilde
dat het leger uit alle standen van de samenleving, zonder uitzondering,
werd samengesteld. Afschaffing van de dienstvervanging
beschouwde hij als het uitgangspunt voor de legerhervorming. In
1891 overleed hij.
The wooden leg of the Minister of Defence
Wooden leg of the Minister for Defence, Lieutenant-General Menno
David Count of Limburg Stirum. He lost his foot and ankle during
the siege of the Citadel of Antwerp (1832). He was knighted in the
Military Order of William and had a brilliant military career. He was
appointed minister in 1872. He ordered the construction of a small
staircase in the 17th-century building of the Ministry of Defence in
The Hague as he did not want his officials see him limp.
1 Zie over hem: J.A. van der Stok, Een zeldzaam Nederlander.
Levensbeschrijving van Zijne Excellentie Menno David Graaf van Limburg
Stirum (Den Haag 1892)
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 16-17)