Chevrolet C60L
vrachtwagen
Deze Chevrolet C60L 3 tonner maakte in 1975 deel uit van een omvangrijke verwerving die bestond uit drie voertuigen uit het zogenaamde CMP (Canadian Military Pattern) programma. Behalve de 3-tonner werden aangekocht een driekwart tonner (15 cwt) en een artillerietrekker (Quad) voor de 25 ponder. De laatste staat in de basisexpositie. Later, in 1983, is nog toegevoegd een C60X toolset, in slechte staat maar wèl uit de KL afkomstig. Daarvan zijn we helaas bij de andere drie niet zeker. De CMP’s zijn als verschijning niet bepaald zeldzaam, er zijn van de verschillende typen in totaal zo’n 800.000 geproduceerd. Ze zijn voor een militair museum dat de wederopbouw van de KL wil tonen echter wel een must have: alleen al van de C60L zijn er bij de landmacht tot 1960 zo’n 900 in gebruik geweest.De CMP voertuigen zijn indirect een erfenis uit Eerste Wereldoorlog, of beter gezegd: ze zijn een antwoord op de vraag hoe herhaling van de logistieke nachtmerrie van destijds te voorkomen. De kans dat een Brits voertuig op Brits grondgebied wordt ingezet is niet groot. Zeetransport en mogelijk luchttransport waren dus per definitie aan de orde. Dat gegeven hield in dat de voertuigen compact en vooral licht moesten zijn. Een expeditieleger overzee met lange bevoorradingslijnen vereiste voorts verregaande standaardisatie ten aanzien van onderhoud, reservedelen en uitwisselbaarheid van reservedelen. Ten derde moesten de voertuigen zeer terreinwaardig zijn omdat vantevoren nooit was te voorspellen waar ze ingezet zouden worden. Permanente aandrijving van voor- en achterwielen èn een grote bandenmaat waren een belangrijk onderdeel van de standaardisatie. Standaardisatie is terug te zien in het betrekkelijk kleine aantal verschillende chassis: in totaal voor de vrachtwagens 6 gewichtsklassen, van 3/8 oplopend tot 10 ton laadvermogen. Per gewichtsklasse waren dan uiteraard wel verschillende uitvoeringen beschikbaar. De 3 tonners bijvoorbeeld kenden alleen al 10 verschillende uitvoeringen, zoals een kiepwagen, een brandstofwagen, een radiowagen, een toolset etc. Compact betekende geen lange neuzen, dus een naar achteren geplaatste motor. De chauffeur zat boven de vooras. Dit ontwerp dat Cab Over Engine of ‘stompneus’ werd genoemd gaf deze voertuigen hun karakteristieke gedrongen en robuuste uitstraling. Een ander kenmerkend element was de van boven naar beneden gezien schuin naar achteren geplaatste voorruit. Zonlichtreflectie werd op deze wijze voorkomen. Het waren de Canadese dochters van de Amerikaanse autogiganten Ford en General Motors die voor het Gemenebest voertuigen produceerden. Voordeel hiervan was dat tijdens de oorlog de productie ver buiten bereik van Duitse bommenwerpers lag.
De CMP voertuigen zijn archetypische militaire voertuigen en behoren tot de beste in hun soort. Ze hebben de Britse oorlogservaring en noord-Amerikaanse techniek en productiecapaciteit in zich verenigd. Na de oorlog maakte de KL dankbaar gebruik van de enorme voorraden van dit geallieerde materieel op Europese bodem. De CMP’s hebben lang dienst gedaan bij de Nederlandse krijgsmacht voordat ze één voor één worden vervangen door onze eigen DAF familie. Aardig detail: de museum drietonner heeft nog gefigureerd in de film ‘A bridge too far’. Het museum krijgt nog regelmatig verzoeken om militaire voertuigen ter beschikking te stellen voor filmproducties. Tegenwoordig wordt dat opgelost door de rekwisietencollectie van de KL, maar medio jaren ’70 bestond die nog niet en werd bij uitzondering nog wel eens uit voertuig uit de eigen collectie ter beschikking gesteld.