Doelkruisboog, zogenaamde voetboog eind 16e of begin 17e eeuw
kruisboog
Wapenrusting van een schutter uit de 16e eeuw samengesteld voor de tentoonstelling "Willem".Objectnummers: haakbus 011128, kruisboog 015779, kruisboogbout 018101, morion 059771.
Bestond de wapenrusting van een schutter in de eerste helft van de zestiende eeuw nog uit een helm en een kruisboog, in de tweede helft van de zestiende eeuw verdrong het vuurwapen de kruisboog definitief van het strijdtoneel. De kruisboog werd na 1550 alleen nog gebruikt bij de schutterijen en tijdens de jacht. De eerste vuurwapens, haakbussen, waren erg zwaar en werden voornamelijk ingezet bij de verdediging van kastelen en steden. De schutter kon de loop van de zware haakbus laten steunen op een kasteel- of stadsmuur. De haak van het wapen werd achter die muur geplaatst, waardoor de terugslag na het afvuren werd opgevangen. Later ontwikkelden deze vuurwapens zich tot het lontslotmusket. Dit wapen was licht genoeg om tijdens een veldslag te worden gebruikt en had voldoende kracht om een tegenstander op 100 meter uit te schakelen. De schutter droeg in de regel geen harnas, maar alleen een open helm.
Opmerkingen:
De pees is niet origineel. Mogelijk is de minder sterke boog een latere vervanging. De genoemde beschadigingen zijn gebruikssporen die wijzen op intensief en langdurig gebruik. Het uitsteeksel aan de onderkant van de zuil (zuilhaak) dient als haak om de tandheugel te helpen bevestigen (zie afbeelding 112). Het is niet uit te sluiten dat bij deze kruisboog ook een Engelse spanner werd gebruikt.
Herkomst:
Ministerie van Financiƫn (1951)
Literatuur:
[94] p. 90; [169] p. 98
Vergelijkbare exemplaren:
Sintjorisgilde, Noordwijk (inv.nr. 1315)