Strijdkolf, West-Europa, 1475-1500
strijdkolf
Te zien in het museum:M.14.0.20O.03
Met achthoekige ijzeren schacht waarvan de bovenste helft wordt ingenomen door acht langwerpige slagbladen, die ter hoogte waar de slagpunten zitten elk met een driepas zijn doorboord. Behalve de slagpunten zijn op elk blad drie veel kleinere uitsteeksels verwerkt (één boven, twee onder de slagpunt). Het bovenuiteinde van de slagkop wordt gevormd door een langwerpige knop op een schijfje.De schacht wordt onderaan vlak boven de greep vierhoekig en is ter plaatse voorzien van twee niet-definieerbare merken, op een der vlakken is als zwartmerk het cijfer 50 (of de letters SO?) geëtst, op een ander het witmerk geslagen van een driehoek in een rechthoek (beide niet afgebeeld). Onderaan de schacht een houten, met leer beklede greep van ronde doorsnede.
Aan de bovenkant van de greep (d.w.z. die welke het dichtst bij de slagklop zit) een uítstekende schijf met rechthoekige sleuf ten behoeve van een draaghaak of een polsriem. Aan zijn uiteinde heeft de greep een platte enigszins breed uitlopende rand. Geheel onderop zit een angelkop die over een dikke klinkschijf is platgeslagen.
Lengte totaal: 562 mm / Grootste breedte slagkop: 99 mm.
Oude inv.nrs.: i.1121/Dc.12 & Bij.34
Aankoop uit de collectie van Kasteel Nijenrode, Breukelen, in 1950
Mace, c. 1500
Inv.no. 011498
With octagonal iron shaft the upper half of which is occupied by eight striking blades or flanges which at the level of the striking-points are each pierced with a trefoil. Besides the striking-points each flange has three much smaller protrusions (one above, two below the striking-point). The upper end of the striking head of the mace is formed by a longitudinal button on a little disk.
Underneath, immediately above the grip, the shaft becomes square in section being provided on the spot with two unidentifiable marks; one of the faces is etched with the black mark of the figure 50 (or the letters SO?), another is struck with the white mark of a triangle within a square (both not illustrated). At the lower end of the shaft is a wooden grip of circular section covered in leather. At the upper end of the grip (i.e. that turned towards the mace’s head) is a is a wide protruding disk with a rectangular slot for a suspension-hook or a lanyard. The bottom end of the grip is wider than the rest and flattened. In the centre is a tang button riveted onto a thick washer.
Overall: 562 mm / Greatest width of striking head: 99 mm
Former Inv.nos.: i.1121/Dc.12 & Bij.34
Purchased from the collection of Nijenrode Castle, Breukelen, in 1950