Beëediging des genootschaps Pro aris et focis, als eene van de drie Bataillons van de Schutterij der Stad Haarlem, op den 5e April, 1787 Dubbelportret van J. Willmet en J. Kinker N is no. 100, een zekere kamer op het departement niet voor iedereen, o neen, slechts voor den chef bestemd Portretten van J. Kamphuijsen, D. Versteegh en H. de Flines P zijn de pakhuizen een onderwerp dat nimmer verveelde waarmee niet wordt beweerd, dat iedereen die hobby deelde Q is het quantum vroolijkheid dat vanavond aanwezig moet zijn opdat de herinnering nimmer vervage, aan dit afscheids-mineurs festijn R is de rotary, de donderdagsche byeenkomst, slechts zelden en ongaarne gemist daar werd veel gepraat over wat men nog niet wist S is de spier die by het badminton-spel werd gescheurd een overmoedige sprong, een zwaai, en 't was gebeurd T is de tennisbaan waarop zoo vele genoeglyke uren werden gesleten dit is werkelyk iets dat niet licht zal worden vergeten U zyn de uren doorgebracht tusschen bundels vaak onbegrypelyke stukken waarvan het soms moeilyk was de afdoening toch te doen gelukken V is de vrouw die met tybaert en pluis steeds zorgde voor de gezelligheid in huis W is de wals zooveel geliefder dan iedere andere dans vooral by de wals waagt de gastheer een kans