Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XVIII: V-ver- (IV) Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XIX: Ver- (V)-verhypotheken Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XX [1]: Veriabel-verschheid Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XX [2]: Verschieden-verzworen Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXI: Ves-vluwe Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXII [1]: Vo-voorhoofds Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXIII: Vr-vuuster Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXIV: W-weel (II) Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : Bronnenlijst Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : III [1]: Bo-byzantijnsch Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : V: Glaasje-harspleister Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : VII [2]: Keurmeester-kozijn