Franche Ruijters van duck Dalenchon dit zijn / binnen t' Kipdorp, sij werden ghecraut van de hit sijn 1583 (François d'Alençon) Ruijters van cap. Lyon in Breda Tweede cleedinge van cap. Hasart (de Haze Bommen) / Tweede cleedinge van den coronel Tempel in Bruesel (Olivier van den Tympel, heer van Corbeeke) / … Tweede cleedinghe van Antwerpen. Cap.n Bexken was gequetst daer aff hij sterf / daer naer wert Coninxloo capiteijn. Derde cleedinghe van Antwerpen onder capiteijn Coninxloo Ruijters van Mons. de Voisin te Brussel (Pierre de Voisin) Ruijters van cap. Schetter. Demontez à la reprinse d'eindove (d'Eindhoven) (Edward Chester) Ruiter van Mons. de Beignatre, is / Oock teghen den vijant ghecomen cloeck en fris Compaignie du prince despinoy vermaert / Wiens acten inde cronycken bat worden verclaert (Pierre de Melun, prins van Espinoy) Peeter van Orssaghen te peerde wel ghezeten was / Nochtans de doot hem heeft wel ghebeten Carabijns van deerste cleeding van coronel Tempel, gouverneur in Bruesel / Die haer wel queten teghen t' vijants opstel (Olivier van den Tympel, heer van … Ruijters van cap. Switz - Demontez à la reprinse de Nivell Ruijters van cappitein Michiel Bruesel / Die in haer wapenen waren cloeck en hel (Michiel Caulier - Brussel)