Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XII [2]: Pletten-quoyer Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XIII: Riant-ruzing Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XVI: Stri-tiend Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XVII [3]: U-uzeeren Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXII [2]: Voorhouden-voyant Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXV: Weelde-wijbisschop Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXVII: Wreker (I)-Zicht (III) / bew. door E.E.M. Beijk ... [et al.] Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXVIII: Zichtbaar-zugelen / bew. door E.E.M. Beijk ... [et al.] Woordenboek der Nederlandsche taal / [Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie] Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : XXIX: Zuid-zythum / bew. door E.E.M. Beijk ... [et al.] Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : I: A-ajuin Woordenboek der Nederlandsche taal / Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden : Supplement I: A-azuursteen