Franche Ruijters van duck Dalenchon dit zijn / binnen t' Kipdorp, sij werden ghecraut van de hit sijn 1583 (François d'Alençon) Tweede cleedinge van cap. Hasart (de Haze Bommen) / Tweede cleedinge van den coronel Tempel in Bruesel (Olivier van den Tympel, heer van Corbeeke) / … Ruiter in het grijs te paard, in de hand een lans met grijze wimpel Ruijters van Mons. de Voisin te Brussel (Pierre de Voisin) Twee ruiters te paard in rood-wit gestreepte tenue, een met musket, de ander met lans met wimpel Ruiter van Mons. de Beignatre, is / Oock teghen den vijant ghecomen cloeck en fris Compaignie capiteyn La Schalle / Bewaerde de Stadt voor onghevalle. (Jean François de la Salle) Compaignie du prince despinoy vermaert / Wiens acten inde cronycken bat worden verclaert (Pierre de Melun, prins van Espinoy) Peeter van Orssaghen te peerde wel ghezeten was / Nochtans de doot hem heeft wel ghebeten Ruijters van cap. Switz - Demontez à la reprinse de Nivell Garde du prince dorenge carabijns / Te Mechelen. Schenck haer veel wijns (cap. Mons de Marquette) Garde van die prince dorenge cloeck / Waeraf de Lanciers volghen int dit selve boeck (cap. Bernart gelegen tot Mechelen)