Pet van wit textiel met brede zwarte band (W-patroon) en stormband van gouddraad voor hoofdofficier Gouvernements Marine (Nederlands-Indië, vóór 1914) Grijsgroene sjako, Model 1912, met twee kleppen en embleem lauwerkrans met cijfer '22' voor (onder)officier 22ste Regiment Infanterie (Nederland) Veldmuts, Model 1940, van fijn khaki/zandkleurig whipcord met twee zwarte knopen aan voorzijde voor KNIL (Nederlands-Indië) Veldmuts, Model 1923, van veldgrijs laken zonder bies met oranje indelingsembleem "8", voor manschappen Infanterie (Nederland, 1923-1940) Diep donkerblauwe kwartiermuts met rode bies voor Korporaal of manschappen (Nederland) Uni-khaki platte pet met embleem Nederlandse leeuw voor (onder)officier (Nederland) Groengrijze platte pet met blauwe band en drie gouden biezen, voor hoofdofficier der infanterie, mogelijk gedragen door majoor L. Thomson Tweekantige steek van zwart castoor, oranje kokarde, goudgalon 'W-band', lis met bouillons met springende granaat voor ceremonieel tenue Grenadiers (Nederland) Helmhoed met zwart textiel overtrokken, goudkleurige piek en embleem Prinses Irene Brigade (Nederland) Zwarte sjako, Model 1865, van castoor met drie geoxideerde leeuwenkoppen en met opschrift vervaardiger J.F. Segers voor onderofficier (Nederland) Groene metalen tankhelm met stofbril, Model 1964 voor tankbemanning, Nederland (1964-1990) Groene kunststof paradehelm, Model 1922 (Röchlinghelm), Nederland (1922-1940)